Met grote passen rent Ramin door de gangen en kamers in het grote gebouw. ,,Waar ben je?” roept Ramin, die verdwaald is geraakt in de zoveelste gang in de school. ,,Hierzo. Kom snel,” antwoordt Tzahor. Ramin probeert de stem te volgen, maar daarvoor moet Tzahor meer praten. Ramin vraagt: ,,Wat is er aan de hand?”
,,Dat zie je vanzelf wel,” Ramin komt uiteindelijk in één van de boekenkamers waar Tzahor staat. Ramin wilt net zeggen dat hij niks ziet, als hij plotseling voor een groot gat in de halve meter dikke muur staat. Met opengevallen mond kijkt Ramin verbaasd naar het gat. ,,Wat is hier gebeurd?” Tzahor haalt zijn schouders op: ,,Ik weet niet wat er is gebeurd, maar wel wat het gevolg is. En dat is naast dat er een gat in de muur zit, er ook nog één van mijn documenten is verdwenen.” Ramin vraagt hardop welk document en Tzahor antwoordt: ,,De Cyruscilinder.” Ramins adem stokt. Hij weet wat dat is. Dat is misschien wel het belangrijkste document in heel Perzië. Met zijn handen in zijn haren loopt hij de kamer rond. Het valt hem nu pas op dat de kamer een opvallend grote, zware deur heeft. Niet verwonderlijk als hier zo een belangrijk document wordt bewaard. Ramin kijkt vervolgens naar het gat. Aan de andere kant is de buitenlucht te zien. Hoe is dat gat daar gekomen? Wie is de dader en wat moet die met de Cyruscilinder?
Diezelfde avond krijgt het Huis van het Leven nog meer bezoek. Dit keer is van het leger. Commandant Conley is de bevelhebber. ,,Conley,” begroet Ramin hem enthousiast, die hem blijkbaar kent, ,,Hoe is het ermee, mijn oude vriend?” Hij probeert de commandant te omhelzen, maar die slaat de knuffel af. ,,Weet jij wat hier is gebeurd?” vraagt hij aan Ramin, die zijn hoofd schudt. Daarna vraagt Conley: ,,Waar is Tzahor?”
,,Die is aan het bidden of mediteren, of zo,” zegt Ramin, ,,Rare Egyptenaar.”
,,Goed. Dankjewel Ramin. Zou je nu de kamer willen verlaten?” Conley wuift naar twee soldaten die gelijk begrijpen dat ze Ramin moeten wegslepen. ,,Wacht, wacht,” protesteert Ramin, ,,Je kunt me nog wel gebruiken. Ik weet misschien niet wat er is gebeurd, maar wel wat er is verdwenen,” Conley knikt en de soldaten laten hem los. Ramin vervolgt zijn verhaal: ,,Ik wil het wel vertellen, maar ik wil daarna ook wel blijven en niet alsnog weggestuurd worden,” Conley zucht. Dit is hoe hij Ramin kent. En Ramin weet weer dat Conley nieuwsgierig genoeg is om het te willen horen. Uiteindelijk stemt Conley ook hiermee op in en begint Ramin met vertellen: ,,De Cyruscilinder is verdwenen. Ik was erbij toen het gebouw schudde door een explosie.”
,,Oké, en verder?” vraagt Conley.
,,Meer weet ik niet. Alleen dat Tzahor het gat ontdekte en mij riep,” vertelt Ramin, ,,Einde verhaal.” Ramin kijkt naar Conley, naar het lange gezicht van hem die nog langer lijkt door de hoge, gouden helm die hij op heeft. Wat ook kenmerkend aan Conley is, is de rechthoekige neus. Verder is Conley vrij gespierd, maar daar zie je weinig van door de mantel die hij aanheeft met daarover heen een leren borstplaat. Daarnaast is Conley te herkennen als commandant door de gouden speerpunt aan de speer die hij bij zich draagt. ,,En je hebt verder ook niemand gezien?” vraagt Conley nog. Ramin schudt nogmaals zijn hoofd en Conley wrijft gefrustreerd met zijn hand over zijn gezicht. Ramin probeert te lezen wat er in het hoofd van zijn oude vriend omgaat. Hij weet dat Conley nu niet zo veel aan hem heeft en hem het liefst zou wegsturen, maar hij weet ook dat Conley zich aan zijn woord houdt. ,,Dus, wat ga je nu doen?” vraagt Ramin, met de bedoeling Conley te pesten. Conley keert zich tot de soldaten: ,,Zet de omgeving af en houd iedereen aan die de stad probeert te verlaten.” Terwijl hij Ramin volledig negeert zegt nog tegen een andere soldaat: ,,Zorg dat je Tzahor vindt,” Vervolgens loopt hij de kamer uit. Ramin weet niet wat hij nog kan doen en loopt de kamer ook maar uit. Conley volgen heeft hij ook niet veel zin in en besluit maar om naar huis te gaan. Maar vlak voordat hij buiten is, ziet hij de geldbuidel liggen. Snel stopt hij die weg en verdwijnt met een glimlach achter de deur.
De volgende morgen wordt Ramin met stevige koppijn wakker in zijn slaapkamer onder de stadsbrug. Hij schopt het oude dekentje van zich af en bergt zijn zwaard op, die hij tijdens zijn slaap altijd in zijn hand houdt. Daarna buigt Ramin zich naar voren om van het riviertje te drinken. Het neemt zijn dorst wel af, maar niet de koppijn die hij heeft gekregen van de val gisteren. En de markt die weer in volle gang is gekomen helpt ook niet echt. Wel helpt het Ramin een leeg gat in zijn buik te voelen. De heerlijke geuren die van de markt komen doen zijn maag rommelen. Hij besluit de markt weer in te gaan. Met het gestolen geld van gisteren kan hij wel een vers brood kopen en gaat dan ook op zoek naar een bakker. Hij volgt met zijn neus een spoor dat hem rechtstreeks naar de dichtstbijzijnde bakker brengt. ,,Een volkoren brood graag,” Ramin wijst naar een brood dat in de schappen ligt. Hij betaalt en schranst het bijna direct naar binnen. ,,Hongerig?” hoort Ramin een bekende stam achter hem. Hij draait zich om en ziet Tzahor staan. Hij lacht en vraagt: ,,Heb je dat brood gestolen of van oneerlijk verdiend geld gekocht?” Ramin probeert hem te negeren en loopt door. Maar Tzahor gaat naast Ramin lopen, ,,Gisteravond kwam ik erachter dat naast die rol ook opeens mijn geldbuidel verdwenen was. Weet jij daar iets meer over?”
,,Jouw geld?” vraagt Ramin verbaasd.
,,Ah, je weet er dus wel meer over,” grijnst de oude man. Ramin beseft dat hij heeft bekend en neemt maar een grote hap in zijn brood, om zo niks meer te zeggen. Het is echter al te laat: ,,Ik wil graag dat je met me meekomt naar de school,” dringt Tzahor aan, ,,Dat ben je me nu wel schuldig,” Ramin geeft er geen gehoor aan en loopt een andere kant op. Maar Tzahor geeft het nog niet op en zegt: ,,Als je meekomt krijg je een gratis ontbijt met een lekker kopje thee voor de hoofdpijn.” Ramin stopt met lopen: ,,Hoe weet jij van die hoofdpijn?”
,,Je loopt zo te mokken, nog erger dan normaal,” antwoordt de oude man, ,,Dus kom je?” Ramin heeft er wel interesse in en gaat mee.
Bij het Huis van het Leven aangekomen krijgt Ramin zoals beloofd een ontbijt. Blijkbaar ging Tzahor er al van uit dat Ramin mee zou gaan, want het stond al klaar, op een tafel te midden van de studerende bezoekers. Ramin valt aan en merkt dat de kruidenthee zijn werking goed doet. Als zijn maag wat minder lees is, heft hij zijn hoofd omhoog en kijkt hij naar Tzahor: ,,Waarvoor wilde je me eigenlijk?”
,,Het leger is wat op het spoor, wat betrekking kan hebben op de diefstal van gisteren,” legt hij uit, ,,Ik ben benieuwd of jij kan achterhalen wat zij hebben ontdekt.” Ramin kijkt hem verbaasd aan: ,,waarom zou je dat willen weten?”
,,Officieel ben jij nog steeds mijn leerling,” grijnst Tzahor, ,,En dit is een onderdeel van mijn test voor jou.” Ramin zucht en staat op: ,,Ik had het kunnen weten,” zegt hij boos, ,,Ik dacht dat ik zo een tien jaar geleden vrij duidelijk was, maar blijkbaar begin je vergeetachtig te worden. Zou ik het nog eens herhalen?”
,,Dat hoeft niet, hoor,” blijft Tzahor kalm, ,,Je zei dat je niks meer met me te maken wilde hebben. Maar…”
,,Maar wat?” brengt Ramin er tegenin, ,,Dacht je dat de situatie van gisteren alles heeft veranderd?! Nou oude man, word eens wakker. Dat is niet zo!” Het is stil. Ramin kijkt naar Tzahor, die bezorgd naar Ramin kijkt. Vervolgens kijkt hij de zaal rond. Alle studenten hebben hun ogen op hem gericht. Zonder wat te zeggen verlaat Ramin de zaal en gaat naar buiten. Hij loopt de trap op de berg naar beneden en verdwijnt uit het zich in een smal steegje. Oude emoties zijn Ramin de baas geworden. Hij besluit te gaan doen wat hij op zulke momenten altijd doet en bezoekt een bar. Zonder wat te zeggen gaat hij daar zitten en krijgt gelijk een drankje voorgeschoteld van de barman, die blijkbaar weet wat Ramin wilt. Voor zich uit starend brengt Ramin de mok naar zijn lippen.
Drie dagen kruipen voorbij. Ramin heeft die tijd bijna alleen maar in de bar gezeten. Tot die middag. De deur vliegt open en een tiental soldaten stormen de ruimte binnen. Onder hen is commandant Conley. Hij kijkt de lege bar rond en ziet aan een tafel de half-bewusteloze Ramin zitten. ,,Het werd tijd,” zegt de barman, ,,Neem hem maar mee.” Conley geeft een kort knikje aan de barman en laat Ramin door twee soldaten wegslepen.
Ramin merkt er niet veel van. Zijn oogleden bedekken zijn halve ogen en door de spleetjes ziet hij net hoe hij door de stegen van Susa wordt gesleept. Hij is te dronken om te beseffen wat er gebeurd. Hij sluit zijn ogen en het volgende moment schiet hij proestend overeind. Hij opent zijn ogen en ziet wat er aan de hand is. Hij zit in een cel en voor hem staat een soldaat met een lege emmer. Zelf is hij helemaal doorweekt. Hij wrijft met zijn handen in zijn ogen als Conley de cel binnen stapt. Hij is zoals altijd strak in pak en schudt afkeurend zijn hoofd bij het zien van Ramin. ,,Moet je jezelf nu eens zien,” zegt hij, ,,Je bent weer terug bij af.”
,,Dat is niet zo,” zegt Ramin, half mompelend, ,,Ik heb er gewoon even geen zin in, oké.”
,,Pech gehad. Het is over met dat zielige gedoe,” zegt Conley, ,,Het is tijd dat je gaat trainen.”
,,Je kunt tegen me schreeuwen tot je een ons weegt,” zegt Ramin, ,,maar ik zal niet in beweging komen.” Conley grijnst: ,,Weet ik. Daarom heb ik ook soldaten meegebracht.” Hij geeft een sein aan de soldaten die Ramin de cel uit tillen. Ze slepen hem het gebouw uit en gooien hem zonder pardon op het plein. Daar staat een soldaat met een houten zwaard in gevechtshouding. Ramin krijgt ook een houten zwaard toegereikt. Met een venijnige blik naar Conley pakt Ramin het zwaard aan. Een soldaat geeft een sein dat het gevecht van start gaat, waarop Ramin zijn zwaard weggooit. Zijn tegenstander kijkt hem verbaasd aan, maar twijfelt geen moment en haalt uit. Slechte keuze. Ramin ontwijkt en weet in een paar flitsende bewegingen zijn tegenstander te ontwapenen en op de grond te gooien. ,,Als je denkt dat je me door te leren vechten me er weer bovenop krijgt, heb je het mis,” reageert Ramin fel naar Conley, die op een paar meter afstand toekijkt, ,,Want dat kan ik al.”
,,Daarvoor train ik je nu niet,” antwoordt Conley, ,,Ik train je omdat ik je nodig heb voor een missie.” Ramin kijkt de commandant verbaasd aan: ,,In wat voor een missie ben ik nou weer bruikbaar?”
,,Omdat we weten waar de Cyruscilinder is,” vertelt Conley, ,,En we hebben jou nodig om het terug te krijgen.” Er wordt nieuwsgierigheid bij Ramin opgewekt: ,,Als dit ook een onderdeel is om mij er weer bovenop te krijgen, dan zal je daar later spijt van krijgen.”
,,Wees dankbaar voor wat ik doe,” raakt Conley geïrriteerd, ,,In plaats van jou ter dood te veroordelen wegens het bedreigen van een commandant probeer ik je te helpen.”
,,Dus die missie is wel nep?”
,,Dat zeg ik niet,” verheft Conley zijn stem, ,,Ik zeg alleen dat je wel een toontje lager zou mogen zingen,” Conley herstelt zich en komt tot bedaren, ,,Nu tegen drie man.” Nog twee houten zwaarden worden uitgedeeld en drie soldaten stappen in de kring, waarvan er eentje met de soldaat op de grond afwisselt. Langzaam cirkelen ze me geheven zwaarden om Ramin heen. Plotseling start eentje de aanval. Zoals gewoonlijk ontwijkt Ramin, maar schiet nog niet zelf in de aanval. Eerst ontwijkt hij de aanvallen van de andere twee. Gelukkig merkt hij al gauw op dat de drie niet samen spelen en dus vindt Ramin snel een gelegenheid om uit de kring te stappen, een tegenstander in zijn rug te benaderen en daarmee dekking zoeken voor de andere twee, waarna hij de aanval inzet bij de andere twee en ze binnen een mum van tijd op de grond weet te werken. Ramin spuugt in het zand en kijkt naar Conley: ,,Ga je me nu vertellen wat die missie is, of moet ik eerst vijf soldaten nog verslaan?” Conley kijkt emotieloos naar Ramin en het blijft even stil. Even later zegt hij: ,,Kom maar mee. Dan zal ik je het laten zien,” Conley wuift naar Ramin. Die legt zijn houten zwaard neer en volgt Conley.
Ze gaan het grote gebouw in en komen na een kleine wandeling door gangen en kamers in het kantoor van Conley. Conley gaat achter zijn bureau zitten en Ramin mag plaatsnemen aan de andere kant. Een soldaat die met Conley mee liep, haalt wat kokers tevoorschijn en geeft ze aan Conley. Die opent ze en rolt de documenten uit. ,,Wat zie jij op deze afbeeldingen?” vraagt de commandant aan Ramin. Ramin gaat er goed voor zitten en bestudeert de papyrusrollen aandachtig. ,,Dit zijn kaarten van het Kaukasus-gebergte,” merkt Ramin op. Conley knikt, waarop Ramin vraagt: ,,Wat moet je daarmee?”
,,Drie dagen geleden werd de Cyruscilinder gespot bij een controlepost tussen hier en Arbela,” legt Conley uit, ,,Gisteravond werd de dief, die gesignaleerd was met de scrol, gezien bij de noordelijke grens van het rijk.”
,,De noordelijke grens? Dus bij het Kaukasus-gebergte?” Conley knikt, ,,Dus de Cyruscilinder is nu bij de Scythen?”
,,Ja en we hebben jou nodig als gids om door de gebergte te kunnen,” zegt Conley. Ramin kijkt hem verbaasd aan, ,,En er is nog iets. Zoals ik al zei weten we hoe de dief eruit ziet. Heel kenmerkend zelfs. Dit is namelijk de legendarische Zwarte Schorpioen.”