DeletedUser11507
Gast
God in de islam is één: uniek, almachtig, alomtegenwoordig. Deze ondeelbaarheid wordt doorgaans tot een van de zuilen van geloof gerekend en staat bekend onder de naam tawhid. Aanhangers van de islam gebruiken veelal Allah, Arabisch voor "de God", maar daartoe is geen verplichting. Omdat Allah geen eigennaam is, wordt eveneens de landstaal gebezigd.
Alle moslims over de gehele wereld geloven dat de ene God de hemel, de aarde en alles wat er tussen is geschapen heeft. De uitdrukking tot dit geloof is te vinden in de shahadah, zoals deze ook herhaald wordt tijdens het rituele, vijfmaaldaagse gebed, in de oproep tot gebed en het dagelijks leven. Het geloof in God staat centraal binnen de islam.
Het is moslims niet toegestaan zich enige voorstelling van God te maken, anders dan door recitatie en memoreren van Zijn eigenschappen of manifestaties, verwoord in de 99 Schone Namen van God die zijn afgeleid uit de Koran.
Door middel van deze 99 Namen kunnen een aantal zaken omtrent Gods wezen worden afgeleid:
1.wujud (bestaan), God bestaat noodzakelijkerwijs in Zichzelf;
2.qidam (goddelijke eeuwigheid), God is eeuwig, zonder begin of einde;
3.baqa (goddelijke voortdurendheid), alles in het universum kan verdwijnen, behalve God;
4.mukhalafa li'l-hawadith (goddelijke ongelijkheid tot het gecreëerde), God verschilt van Zijn schepping en is door niets of niemand voor te stellen;
6.qiyam bi nafsih (goddelijke zelfonderhouding), God onderhoudt Zichzelf.
Met betrekking tot Zijn handelingen kan het volgende worden gesteld:
1.qudra (goddelijke macht), God heeft alle macht over alles;
2.irada (goddelijke wil), niets kan zonder Gods wil;
3.'ilm (goddelijke kennis), God is alwetend;
4.hayat (goddelijk leven), al het leven ontvangt het leven vanuit het goddelijke leven;
5.kalam (goddelijke welbespraaktheid), God spreekt tot Zijn boodschappers van achter een gordijn, anders kan niemand het horen, zoals Mozes flauw viel toen hem dit overkwam;
6.sam (goddelijk gehoor), God hoort alles;
7.basar (goddelijk zicht), God ziet alles.
God wordt beschouwd alwetend te zijn (soera Jonas 61):
"In welke toestand gij u bevindt, of gij de Koran voordraagt, of iets anders doet; Wij zijn uw getuigen, terwijl gij u er in verdiept. Er is voor uw Heer zelfs geen gewicht van een atoom op aarde of in de hemel verborgen. En er is niets dat kleiner of groter is, of het staat in het duidelijke Boek vermeld."
God wordt beschouwd alles te horen (soera Vergever 60):
" En uw Heer zegt: "Aanbidt Mij; Ik zal uw gebed verhoren. Maar zij die te hoogmoedig zijn om Mij te aanbidden, zullen veracht de hel binnengaan.""
God kan niet als mannelijk of als vrouwelijk worden beschouwd, hoewel het Arabisch geen onzijdige woorden kent.
God in de islam en God in het christendom
In de islamitische theologie wordt God beschouwd dezelfde te zijn als de God van het jodendom en christendom (soera De Spin 46). Evenals in het jodendom en het christendom wordt Hij beschouwd als de Schepper van al wat leeft. Hij beschikt zowel over levengevende als vernietigende eigenschappen. Deze God wordt beschouwd dezelfde te zijn als de (monotheïstische) God van het jodendom en christendom, omdat moslims de God aanbidden van Adam, Noach, Abraham, Mozes, David en Jezus. De zienswijze en invulling van geloofsbeleving om deze God te bereiken verschilt bij de drie openbaringsgodsdiensten. Omdat men God binnen de islam als alomvattend ziet, komt zowel het goede als het slechte van Hem, maar niet zonder reden.
De stelling dat God in de islam dezelfde is als God in het christendom wordt in het christendom niet unaniem gedeeld. Het belangrijkste verschilpunt met het godsbegrip in het christendom is de islamitische afwijzing van de goddelijkheid van Jezus, een kernpunt van het christendom. Ook wordt het christelijke concept van de Drie-eenheid door moslims beschouwd als strijdig met de ondeelbaarheid van God. Dit punt is de kern van het werk van de dominicaan Ricoldo da Monte di Croce (c.1243 - 1320), Confutatio Alcorani, dat door Maarten Luther in 1542 in het Duits vertaald werd. Eerder had de 9e eeuwse christelijke apologeet Abd al-Masih ibn Ishaq al-Kindi ook bestreden dat God in de islam en God in het christendom gelijk waren. In zijn visie was Allah (God) niet de voortzetting van de bijbelse God, maar van de maan-god van de Sabeërs. Zijn Arabische werk werd in 1142 vertaald in het Latijn en had grote invloed op het middeleeuwse denken over de islam.
De Nieuwe Katholieke Catechismus stelt (#841): De betrekkingen van de kerk met de moslims. ‘Het heilsplan strekt zich ook uit tot hen die de Schepper erkennen, onder wie vooral de moslims, die in hun belijdenis aan het geloof van Abraham vasthouden en samen met ons de ene en barmhartige God aanbidden die op de jongste dag de mensen zal oordelen.
Ben wel benieuwd hoe de moslims hier over denken?......
Alle moslims over de gehele wereld geloven dat de ene God de hemel, de aarde en alles wat er tussen is geschapen heeft. De uitdrukking tot dit geloof is te vinden in de shahadah, zoals deze ook herhaald wordt tijdens het rituele, vijfmaaldaagse gebed, in de oproep tot gebed en het dagelijks leven. Het geloof in God staat centraal binnen de islam.
Het is moslims niet toegestaan zich enige voorstelling van God te maken, anders dan door recitatie en memoreren van Zijn eigenschappen of manifestaties, verwoord in de 99 Schone Namen van God die zijn afgeleid uit de Koran.
Door middel van deze 99 Namen kunnen een aantal zaken omtrent Gods wezen worden afgeleid:
1.wujud (bestaan), God bestaat noodzakelijkerwijs in Zichzelf;
2.qidam (goddelijke eeuwigheid), God is eeuwig, zonder begin of einde;
3.baqa (goddelijke voortdurendheid), alles in het universum kan verdwijnen, behalve God;
4.mukhalafa li'l-hawadith (goddelijke ongelijkheid tot het gecreëerde), God verschilt van Zijn schepping en is door niets of niemand voor te stellen;
6.qiyam bi nafsih (goddelijke zelfonderhouding), God onderhoudt Zichzelf.
Met betrekking tot Zijn handelingen kan het volgende worden gesteld:
1.qudra (goddelijke macht), God heeft alle macht over alles;
2.irada (goddelijke wil), niets kan zonder Gods wil;
3.'ilm (goddelijke kennis), God is alwetend;
4.hayat (goddelijk leven), al het leven ontvangt het leven vanuit het goddelijke leven;
5.kalam (goddelijke welbespraaktheid), God spreekt tot Zijn boodschappers van achter een gordijn, anders kan niemand het horen, zoals Mozes flauw viel toen hem dit overkwam;
6.sam (goddelijk gehoor), God hoort alles;
7.basar (goddelijk zicht), God ziet alles.
God wordt beschouwd alwetend te zijn (soera Jonas 61):
"In welke toestand gij u bevindt, of gij de Koran voordraagt, of iets anders doet; Wij zijn uw getuigen, terwijl gij u er in verdiept. Er is voor uw Heer zelfs geen gewicht van een atoom op aarde of in de hemel verborgen. En er is niets dat kleiner of groter is, of het staat in het duidelijke Boek vermeld."
God wordt beschouwd alles te horen (soera Vergever 60):
" En uw Heer zegt: "Aanbidt Mij; Ik zal uw gebed verhoren. Maar zij die te hoogmoedig zijn om Mij te aanbidden, zullen veracht de hel binnengaan.""
God kan niet als mannelijk of als vrouwelijk worden beschouwd, hoewel het Arabisch geen onzijdige woorden kent.
God in de islam en God in het christendom
In de islamitische theologie wordt God beschouwd dezelfde te zijn als de God van het jodendom en christendom (soera De Spin 46). Evenals in het jodendom en het christendom wordt Hij beschouwd als de Schepper van al wat leeft. Hij beschikt zowel over levengevende als vernietigende eigenschappen. Deze God wordt beschouwd dezelfde te zijn als de (monotheïstische) God van het jodendom en christendom, omdat moslims de God aanbidden van Adam, Noach, Abraham, Mozes, David en Jezus. De zienswijze en invulling van geloofsbeleving om deze God te bereiken verschilt bij de drie openbaringsgodsdiensten. Omdat men God binnen de islam als alomvattend ziet, komt zowel het goede als het slechte van Hem, maar niet zonder reden.
De stelling dat God in de islam dezelfde is als God in het christendom wordt in het christendom niet unaniem gedeeld. Het belangrijkste verschilpunt met het godsbegrip in het christendom is de islamitische afwijzing van de goddelijkheid van Jezus, een kernpunt van het christendom. Ook wordt het christelijke concept van de Drie-eenheid door moslims beschouwd als strijdig met de ondeelbaarheid van God. Dit punt is de kern van het werk van de dominicaan Ricoldo da Monte di Croce (c.1243 - 1320), Confutatio Alcorani, dat door Maarten Luther in 1542 in het Duits vertaald werd. Eerder had de 9e eeuwse christelijke apologeet Abd al-Masih ibn Ishaq al-Kindi ook bestreden dat God in de islam en God in het christendom gelijk waren. In zijn visie was Allah (God) niet de voortzetting van de bijbelse God, maar van de maan-god van de Sabeërs. Zijn Arabische werk werd in 1142 vertaald in het Latijn en had grote invloed op het middeleeuwse denken over de islam.
De Nieuwe Katholieke Catechismus stelt (#841): De betrekkingen van de kerk met de moslims. ‘Het heilsplan strekt zich ook uit tot hen die de Schepper erkennen, onder wie vooral de moslims, die in hun belijdenis aan het geloof van Abraham vasthouden en samen met ons de ene en barmhartige God aanbidden die op de jongste dag de mensen zal oordelen.
Ben wel benieuwd hoe de moslims hier over denken?......
Laatst bewerkt door een moderator: