Naam: Ethel Armytage
Persoonlijkheid: Ethel (Host)
Locatie: Kamp 1
Inventaris: *Leeg*
Ethel stond als aan de grond genageld toen de rijke jongeman de kist opende. In het begin kon ze niet goed zien wat er in zat, de rug van de kist was naar haar toe gekeerd, maar na een paar seconden zag ze dat de inhoud bewoog. Langzaam begon het... beest... de kist uit te glijden, en Ethel merkte vol afgrijzen dat er een gigantische cobra in de kist had gezeten. Verstijfd van angst struikelde ze achteruit.
Blackout.
Persoonlijkheid: Enigma (Psychopaat)
Enigma trekt haar wenkbrauwen op bij het aanblik van de slang. In tegenstelling tot de Host, die ze overigens niet als persoon beschouwt, schrok ze niet op. Het integreert haar. Zo prachtig en gevaarlijk. De jongen waarvan ze de naam niet kent rent weg, en de cobra gleed er sierlijk achteraan tot ze uit het zicht verdwenen zijn. Snel loopt Enigma er naartoe, om bij het kamp uit te komen waar haar lichaam eerder die dag was geweest. Ze duikt haastig in elkaar en probeert niet op te vallen terwijl ze aanziet hoe de slang een man beet. Ze wist dat die beet dodelijk zou zijn, de beet van een koningscobra. Vol sadistisch genoegen likte ze haar lippen, als ware ze zelf de cobra. Oh, wat had ze graag zijn bloed geproefd. Nu kan dat niet meer, hij is al dood. Doden pijnigen heeft geen zin, en ze doden is nog veel onmogelijker, om duidelijke redenen. Na een tijdje is de commotie over, en ziet Enigma hoe de jongen opnieuw van het kamp wegloopt. Opnieuw sluipt ze achter hem aan. Ze ziet hoe hij door de brokstukken van het gesloopte schip spit, al is er deze keer iemand anders bij, iemand die haar lichaam nog niet gezien had. Die was vast weg van het kamp op het moment dat mijn lichaam er was.
Plots ziet ze hoe 1 van de mannen, die nieuwe, weg loopt. Ze ziet niet naar waar, maar de chique jongen die ze de kist had zien openen is nu alleen, en dat is het belangrijkste.
Met een lichte huppel in haar stap loopt ze op de man af. Ze zwaait haar haar sierlijk over haar schouders en overbrugt de afstand tussen hem en de man in een vrij snel tempo. De man ziet haar in het begin niet, maar wanneer ze uiteindelijk vlak voor zijn neus staat en een vrolijke "Hoi" uitkraamt draait hij zich uiteindelijk naar haar om. Het lijkt alsof zijn gezicht heel kort vertrekt van minachting, maar dat zal wel verbeelding zijn... toch?
De jongeman lacht vriendelijk naar haar en geeft een lichte knik, "Hallo, het kamp is daarheen"
Hij strekt zijn arm sierlijk uit en wijst in de richting waar Enigma net vandaan is gekomen.
"Oh, maar dat weet ik." het meisje flashte een brede glimlach, "Hoe onbeleefd van je om me zo te proberen wegsturen. Al even onbeleefd als koelbloedige moord."
Voor een kort moment schiet er een koude trek om de mond van de jongen, maar het is zo snel weer weg als het gekomen was. "Waar heb je het over?"
Enigma's ogen worden koud, "Die slang die je losliet en die die man doodde..."
De zelfde trek valt weer op de mond van de jongeman, maar deze keer is het er onmiskenbaar.
"Maak je maar geen zorgen," ging het meisje verder, "Ik heb geen problemen met moordenaars. Misschien is het beter dat we ons ergens terugtrekken waar we niet zo makkelijk bespioneerd kunnen worden?"