• Gegroet, sterveling! Nieuw op het forum?
    Als je wilt deelnemen aan het forum heb je een forumaccount nodig. Registeer er snel een! Heb je al een forumaccount? Dan kun je hier inloggen.

Besloten spel Escape #7: Leviathan

DeletedUser22926

Gast
Ik kom al dichterbij, Imra hehehe


En kyra. Vind het wel droog dat lat nu punten krijgt zonder ze te geven.... dat klinkt een beetje als cheaten maar oke..
 

DeletedUser22926

Gast
Weer door mij x)
Het was zon vaag en raar verhaal dat ik dacht dat het vanjou moest zijn
 

latdekat

Harpij
Ik kom al dichterbij, Imra hehehe


En kyra. Vind het wel droog dat lat nu punten krijgt zonder ze te geven.... dat klinkt een beetje als cheaten maar oke..

Ik wil best nog punten geven, echter vergeet ik dit constant... Daarom ook zo een kort en slecht verhaaltje, dat is op 10 minuten gemaakt. Maar goed, de deadline is voorbij. Mijn fout. o_O
 

DeletedUser21204

Gast
Ik kom al dichterbij, Imra hehehe


En kyra. Vind het wel droog dat lat nu punten krijgt zonder ze te geven.... dat klinkt een beetje als cheaten maar oke..

Goeie. Foutje van mij. Mensen die niet stemmen krijgen geen punten. Ik haal ze nu meteen weg :p
Sorry Lattie, eigen schuld (hug)
 

DeletedUser21204

Gast
Dag 3

Als het mogelijk was geweest, was Raza nu het liefst direct weer terug in zijn roeibootje gestapt. Deze man was duidelijk knettergek. Terwijl Raza zich afvroeg waar ze nu in hemelsnaam in waren beland, nam Alco het woord. “Wij? Wat kunnen wij toevoegen in dat gevecht? En waarom wilt u hem überhaupt verslaan?” Raza’s voormalige kapitein leek ook niet echt te zitten wachten op nog een ontmoeting met de Leviathan. Eén keer volstond wel. Kapitein Zwartbaard liep om zijn houten bureau heen, naar de twee mannen toe. Toen pas viel het Raza op dat de man een houten been had. Raza’s blik schoot even op en neer tussen het bureau en de man zijn been, en toen moest hij enorm zijn best doen om niet te lachen. Deze kapitein was duidelijk één met zijn schip. En wel in zo’n extreme mate dat hij besloten had een poot van het bureau als houten been te gebruiken. Eén van de poten van het bureau was vervangen door een grote stapel boeken. Snel keek Raza opzij, terwijl hij zijn uiterste best deed zijn gezicht in de plooi te houden. Gelukkig werd zijn aandacht snel op iets anders gefocust, want de kapitein haalde een enorme kaart uit een kast, en spreidde hem op het bureau uit. Toen begon hij te vertellen. “De Leviathan is niet zomaar een monster. Nee, wat velen niet weten, is de legende erachter. De Leviathan bewaakt namelijk iets. En niet zomaar iets, nee, een enorme schat! Stel je voor, al die rijkdommen daar, zo voor het oprapen als met de Leviathan is afgerekend. Ik word de rijkste en machtigste man op aarde!” Zijn ogen begonnen te schitteren, alsof hij zichzelf daar al zag staan, zijn handen gevuld met gouden kelken en juwelen. “We zijn nu in de buurt gekomen van de grot die bewaakt wordt door de Leviathan, elk schip aanvallend die zich in de buurt durft te begeven. De vorige slag won zij”, de kapitein wees naar zijn houten been, “maar dit keer zal ik zegevieren!” Raza’s vermoedens werden alleen nog maar bevestigd. De man leek inderdaad knettergek, en daar bovenop nog eens flink geobsedeerd met alles dat glom. In zijn ogen keek de kapitein iets te veel uit naar nog een onderonsje met het gevaarlijkste wezen van de diepten. Raza en Alco leken echter niet veel opties te hebben. Ze zouden de man moeten volgen, terug naar datgene waar ze het nét levend vanaf hadden gebracht. Het enige wat Raza erop kon zeggen was dan ook: “Ik hoop dat u hier goed over na heeft gedacht, en voorbereid bent”. De kapitein reageerde; “Jongen, dit is het beste schip dat er maar te vinden is. Als dit schip het niet kan, kan geen enkel het. En ik ben ervan overtuigd dat het ons gaat lukken!” Hij pauzeerde even, om terug kalm te worden. Hoe langer hij sprak, hoe enthousiaster hij werd om de Leviathan terug te zien. Het leek haast alsof hij over een geliefde sprak die hij lang niet had gezien. “Ik zal jullie naar jullie vertrekken begeleiden. Uit respect voor je vorige positie”, de man keek Alco aan, “zal ik jullie een fatsoenlijk vertrek geven, en jullie niet bij de bemanning laten slapen. Alco en Raza bedankten hem. Een goede nachtrust zou ze goed doen, na wat ze hadden doorstaan.

Uitgeput stortten Raza en Alco zich die avond op hun bed. Ze hadden net een maaltijd gehad, en besloten zich meteen terug te trekken om wat bij te slapen, ook al was de avond nog vroeg en ging de rest van de bemanning nog niet slapen. Direct nadat Raza in zijn hangmat lag, viel hij in een diepe, rustige slaap. Raza was net bevelen aan het geven aan zijn ondergeschikten, iedereen dus, toen hij ruw uit zijn slaap gestoord werd door een heleboel lawaai. Het duurde even tot hij echt wakker was, en niet meer dacht dat hij een kapitein op een majestueus schip was, en toen wendde hij zich tot Alco. De man stond al recht naast zijn bed, en liep richting de deur. Snel stond Raza op uit zijn bed, en volgde de man. Toen ze de deur uitliepen, wisten ze niet wat ze daar aantroffen. Het was een chaos van jewelste, en in het midden van dat alles stond de kapitein. Vastgebonden aan zijn eigen mast. Geschrokken keken Alco en Raza elkaar aan, en toen fluisterde Alco dat ze zich maar beter stilletjes terug konden trekken in hun vertrek, omdat ze niet wisten hoe de muitende bemanning op hen zou reageren. Ze waren echter al opgemerkt, en iemand riep “He, daar zijn die vriendjes van de kapitein!”. Meteen snelden twee reusachtige mannen op hen af, die hen vastgrepen aan beide armen, zodat ze hun plan om snel te vluchten wel konden vergeten. Ze werden over het dek gesleept naar een man, die hun leider leek te zijn. Deze sloeg zijn armen over elkaar, en begon hen spottend toe te spreken. “Dus, jullie zijn dikke vriendjes met de kapitein he? Hij gaf jullie een apart vertrek? Wat hebben jullie ervoor moeten doen?” Hij lachte even, en de bemanning lachte met hem mee. Of ze het echt grappig vonden maakte niet uit, als je leider spottend lachte, dan lachte je mee. “Wel, gezien jullie het zo goed met elkaar leken te vinden, waarom ondergaan jullie dan niet hetzelfde lot? We hebben hier genoeg gehad van gekken die al onze levens ondergeschikt vinden aan goud. Wij zijn hier allemaal gekomen om ons te verrijken, liefst ten koste van anderen, maar de Leviathan kunnen wij niet aan. En wij weigeren te sterven voor de droom van een gestoorde.” Een zelfingenomen glimlach verscheen op zijn gelaat. Het was duidelijk dat hij vanaf nu de touwtjes in handen had, en hij zou het niet nalaten er goed gebruik van te maken. Alco protesteerde: “Wij hebben zeker niet hetzelfde doel als de kapitein! Wij willen het liefst ver weg van de Leviathan!” Het werd echter weggelachen. De leider wendde zich tot de kapitein; “Zie je dat nu, mijn beste Zwartbaard? Je vriendjes keren je nu al de rug toe! Ik zou ze de volgende keer iets loyaler uitkiezen.” Hij lachte nog eenmaal hardop, voordat hij het vonnis uitsprak; “Gooi ze in het water.” Onmiddellijk werden ze in de richting van de plank gesleept, en toen ze daar aangekomen werden, werd Alco als eerste opgepakt en op de plank gezet. Er werd een zwaard op hem gericht, hem de plank af forcerend. Raza voelde tranen opwellen in zijn ogen. Dit was het dan. Hij was om Alco gaan geven, nu ze samen zo’n avontuur hadden beleefd. Het was zijn vriend geworden. Er klonk een luide plons toen Alco het water raakte. Alco wist dat het nu zijn beurt was. Hij werd opgepakt, en op de plank neergezet. Een zwaard prikte in zijn rug toen hij langzaam de plank af schuifelde...


Deadline: dinsdag 21:00 (ivm kerst)
Verplicht woord: Kwal
( Sorry, nu ben ik degene met een boek, vergeef me D: )
 
Laatst bewerkt door een moderator:

DeletedUser21204

Gast
Ik heb exact 1 insturing.
Maar de avond is ook nog vroeg, dus idk wat ik nog binnenkrijg.
Jij gaat het echt niet halen, Heart?
 

DeletedUser26399

Gast
Bedankt voor de reminder, zal kijken of ik nog verhaal kan schrijven en anders mag degene die er nog aan gedacht winnen
 

DeletedUser22926

Gast
Nee, ik ga nu pas kerst vieren, heeft zn redenen. Waardoor ik het was vergeten tot daarnet en ik het nu niet meer haal.
 

DeletedUser21204

Gast
Vooruit, deadline verplaatst naar morgen 21:00. Kan dan wel niet garanderen dat er direct uitslag komt.
 

DeletedUser21204

Gast
Dag 3 - Stemmen!

A

“Ach, toch jammer dat jullie met mij ook al jullie kansen op het goud in zee laten storten”, verzuchtte Raza nonchalant. Hij maakte een beweging alsof hij op het punt stond van de plank te springen en hoorde de kreunende geluiden achter hem. Glimlachend keek hij om, “is er iets?” Hij hield zich van de domme, maar wist als de beste dat een piraat geen enkele kans op goud aan zich voorbij kon laten gaan. Iemand die wist waar een schat te vinden was liet je niet verzuipen. Nee, je kwam er eerst achter waar die schat zich nu eigenlijk bevond, en dan liet je hem verzuipen. Of je de schat vervolgens ook daadwerkelijk ging zoeken maakte hiervoor niet uit, het ging puur om het principe. Een goede schatlocatie liet je nu eenmaal niet verloren gaan.

“Jullie denken natuurlijk: ‘wat raaskalt die idioot toch zo op zijn laatste moment’. Maar laat mij jullie dit zeggen: als jullie mij van die plank af sturen zullen jullie die schat nooit in handen krijgen. Ik weet dat dat ook niet jullie doel is, maar wat als ik jullie vertel dat ik weet hoe we hem te pakken kunnen krijgen?” Het zwaard dat in zijn rug had geprikt was inmiddels verdwenen en Raza sprong van de plank, weer op het dek van het schip. Hij had het goed voor elkaar, hij had ze al bijna in zijn zak. Maar toen stond de leider van de muiters opeens voor zijn neus. “En waarom zouden we je geloven? Je zou alles zeggen om aan de dood te ontsnappen.” Raza zuchtte theatraal, “Waarom denk je dat wij juist hier in een roeiboot ronddobberden? Niet voor een gezellig boottochtje, dat kan ik je wel vertellen. Wij waren op weg naar de schat toen ons schip werd aangevallen door de Leviathan.” De leider onderbrak hem ruw: “Jullie plan is dus mislukt, je weet dus helemaal niet hoe je de schat kan bemachtigen, anders waren jullie nooit aangevallen!” Raza keek hem strak in zijn ogen aan en zei: “en waarom denk je dat juist wij het overleefd hebben? Denk je dat dat toeval was? Natuurlijk was dat geen toeval man!”

De leider was afgeleid door Raza’s reactie, dus hij greep zijn kans. Hij duwde de man achteruit, zodat hij de ruimte had en greep een zwaard uit de hand van een verraste omstander. Hij hield de punt tegen de borst van de leider gedrukt. “Dus, is er enige kans dat je van mening over mij verandert?” De man deed een stap achteruit, trok zijn eigen zwaard en riep “Nooit!” Het geluid van staal op staal klonk over het dek toen de twee piraten elkaar te lijf gingen. Raza merkte dat de ander sterker was, er zat veel kracht in zijn slagen. Gelukkig voor hem was hij echter sneller, dus hij wist de man met zijn snelle slagen toch achteruit te dringen. Uiteindelijk stond hij met zijn rug tegen de muur. Hier had hij niet op gerekend, dus Raza maakte van het moment gebruik om uit te halen naar zijn borst. Het staal liet een diepe rode snee achter, waaruit het bloed snel opwelde. Nog een snelle slag en het stroomde ook uit zijn keel. Het lichaam van de ex-leider viel levenloos op het dek. Raza spuugde erop: “Kwal.”

Hij draaide zich om, met open mond werd hij aangestaard. Schijnbaar had hij met dit gevecht een nieuwe positie op het schip verworven…

B
Hij moest nu wel springen, zich laten doorboren met het zwaard had geen zin. Raza sprong en dook in het water, om pas twintig meter verder weer boven water te komen. Hij zwom zo snel als hij kon van het schip weg, in de hoop zo een ander schip tegen te komen of nog beter land. Alco zwom achter hem aan, Alco had geen moest geen moeite doen om Raza bij te houden, ze waren de beste zwemmers van hun schip geweest. Ze waren al een paar uur aan het zwemmen geweest en het schip was al lang niet meer te zien. Ze begonnen al te wanhopen, maar dan zagen ze land, eindelijk. Het eiland zag er onbewoond uit, maar het zag er naar uit dat ze daar weer op krachten zouden komen en wachten tot ze een schip zagen. Er was zelfs een kleine inham waar ze aan een boot zouden kunnen bouwen, je moest er alleen oppassen voor kwallen. Die deerden hun echter niet, ze waren veel te blij dat ze eindelijk land hadden gevonden.

C
Het uiteinde van de plank kwam steeds dichterbij en deed Raza denken aan zijn aanstondse dood. In de diepte spartelde Alco al heftig om zich heen om in de hoge golven het hoofd boven water te houden. Iedere keer dat zijn hoofd onder water verdween, vroeg Raza zich af of het weer boven zou komen of voor altijd in de diepte zou verdwijnen. “Lopen jij.” De woorden herinnerde hem eraan dat hij zijn voeten moest blijven verzetten, ook al betekende dat een zekere dood. Ergens was hij wel blij dat hij het al tot hier had gered. Na zijn confrontatie met de Leviathan was dit toch een soort tweede kans geweest en dat maakte het minder erg. Toch zorgde de gapende leegte achter de loopplank ervoor dat hij slechts kleine stapjes zette en bovendien zo langzaam als hem door het zwaard in zijn rug werd toegestaan. De nieuwe kapitein vond het blijkbaar te lang duren, want door zijn sombere gedachten heen hoorde Raza hem zijn stem weer boven de bemanning verheffen: “Hij heeft genoeg tijd gehad. Steek hem neer!” Hierop gebeurde er ineens van alles tegelijk. Terwijl het zwaard tijdelijk Raza’s rug verliet om zich op te maken voor een harde stoot, gaf Raza een flinke trap naar achteren tegen het been van zijn belager. Deze raakte hierdoor uit zijn evenwicht en viel in het water, een medepiraat meenemend die als dekking achter hem had gestaan. Op het dek werd ondertussen hevig geschreeuwd en heen en weer gerend en na een instemmende hoofdknik van de kapitein werden de eerste vuurwapens geladen. Raza bevond zich nu tussen twee keuzes: Achter hem bevond zich een woeste bemanning die, tot de tand toe bewapend, niets liever zou doen dan hem met zwaarden en kogels perforeren. Voor zich ademde nog steeds de oneindigheid van de oceaan, waar hij hooguit enkele minuten zou spartelen alvorens in de diepten weg te zinken. Tijd om zich te bezinnen was er niet, dus draaide Raza zich vliegensvlug op de loopplank om en rende op de piraten af. Met een verbaasde blik op hun gezichten deden deze gehaast hun best een muur te vormen aan het einde van de loopplank. Voor ze hier ook maar in hadden kunnen slagen brak de wanhopige Raza er al doorheen, hierbij toch nog lelijk gestoken door enkele sabels. Voor zich was de weg naar het ruim vrij en hij rende als een bezetene naar de trappen. Net toen hij zijn voet op de eerste trede wilde zetten, raakte een kogel hem in zijn arm. Van schrik schoof zijn voet naar voren en viel hij achterover. Een brandende pijn trok door zijn rug toen deze met een enorme klap op de scherpe rand van de trede belandde en even werd het zwart voor zijn ogen en vielen zijn gedachten uit. Toen hij weer kon denken, kwam het eerste paar leren laarzen al in zijn gezichtsveld en realiseerde hij zich dat hij zich nu toch wel overeind moest hijsen. Dat moest volledig vanuit zijn armen, want uit zijn rug was alle kracht weggevloeid. Toen hij na wat gekreun weer overeind stond, sprintte hij de trap af. Het eerste wat hem opviel aan het benedendek waren de vele, grote ramen, waarvan er enkele open stonden. Onmiddellijk liep Raza naar de kant waar ook de loopplank zich bevond in de hoop nog een glimp van Alco op te vangen, maar meer dan water en een enkele kwal zag hij niet. Opeens zag hij in zijn ooghoek iets bewegen, helemaal aan de andere kant van het ruim. Toen hij omkeek, zag hij door het raam de roeiboot liggen! Raza kon niet snel genoeg naar de overkant rennen. Met op de achtergrond het gebulder van laarzen en vele stemmen overpeinsde hij hoe hij het snelst en het veiligst beneden in de boot kwam. Hij schatte de afstand op vier meter en de touwladders waren natuurlijk al opgehesen. Voor hij kon beslissen wat nu te doen kwam er al een dozijn piraten binnengestormd en meteen boorde zich een kogel dwars door de arm die al een keer geraakt was. In een flits besloot Raza dan toch maar te springen en nog schreeuwend van de pijn vloog hij tussen de kozijnen door, de diepte in. De landing op de houten bodem was bijna zacht te noemen vergeleken met de vurig bijtende pijn die aan zijn arm knaagde. Zijn rug begon echter opnieuw te branden en het duurde even voor Raza de situatie weer kon overzien. Vlak boven hem werden meerdere pistoollopen op hem gericht, dus hij moest maken dat hij wegkwam. Zo goed en kwaad als het ging pakte hij de riemen en begon te roeien. Niets maakte nu nog uit, zolang hij maar zo snel mogelijk bij het galjoen vandaan was. Hij dacht nergens anders meer aan en voelde zich in zijn extase bijna als herboren. Het lukte zelfs zijn arm te vergeten, waaruit bij iedere haal van de riem een zee van bloed vloeide. Van de vele schoten die van bovenin het galjoen werden gelost, was er niet één raak en al snel gaf de gemuite bemanning de hoop op. Zonder de pistolen op de achtergrond was het opeens verontrustend stil en het drong nu pas tot Raza door dat hij het er opnieuw levend vanaf had gebracht. Maar met een gewond lichaam, geen water of proviand en om zich heen niets dan zee, vroeg hij zich af of het lot hem nog wel een derde keer genadig zou zijn.

D
Alco keek naar voor, de uitgestrekte zee bezorgde hem een lichte angst. Zijn leven zou namelijk over een paar seconden volkomen afhankelijk zijn van deze blauwe diepte. Hij accepteerde zijn lot echter en sprong. Hij kneep zijn ogen stevig dicht in zijn sprong en pas toen hij na een lang moment van ultieme stilte onderwater weer bovenkwam deed hij dezen weer open. Alco snakte naar lucht terwijl hij met zijn ogen zocht naar Raza.

Hij zwom rustig naar Raza toe toen hij plots wat onder zijn voet voelde. "Een kwal!" riep hij uit schrik en met angstige ogen zocht hij naar hulp van Raza terwijl hij wist dat dat een hopeloze zoektocht was.

Het was echter geen kwal, maar een dolfijn. Alco kwam hier ook achter toen hij een vin voelde en de kop uit het water steeg. Dolfijnen waren altijd een redding voor de mens had hij geleerd en hij voelde zich veiliger dan zou moeten. Hij lag namelijk nog steeds op een uitgestrekte oceaan naast een wegvarend schip. Opeens doken meer dolfijnen op en Raza en Alco spraken af zich vast te klampen aan de dieren. Alco pakte een rugvin vast na even tasten in het water en schoot naar voren. Ook Raza had een van de dieren vastgegrepen en ze bereden de dieren als de mens een paard zou berijden.

De dolfijnen werkten mee en ze voerden het schip achterna, zoals dolfijnen wel vaker deden. Het leek haast een exotische achtervolging uit een slechte actiefilm. Het schip kwam steeds groter in beeld en ze kwamen steeds dichterbij de piraten..

E
Met zachtjes knikkende knieën en met zijn blik strak vooruit trippelde Raza een beetje over de plank. De mannen die toekeken, vonden het maar gek. 'Sterf als een man. Je bent toch geen konijn, flikker?' zei er een. Zijn kameraden lachten iets te hard mee. Ze leken wel dronken van plezier. De man met het prikkende zwaard schudde een beetje heen en weer op het deinen van de boot. Wat een rare snuiters, dacht Raza. Nog iets ongemakkelijker door de melige toestand van zijn belagers bleef hij heen en weer trippelen. Hij probeerde vooral niet te ver vooruit te gaan, want dan was hij wel heel erg dicht bij de dood. Nee, hij bleef ongeveer op dezelfde positie. Zag hij het nou goed? De man met het zwaard leek wel toe te staan dat hij langzaam achteruit schoof. Raza snapte niet goed wat er aan de hand was.

Toen er na een minuutje nog steeds weinig gebeurd was, hoorde hij ineens een doffe knal vlak achter zich. Voorzichtig draaide Raza zich om, want hij was eigenlijk best benieuwd naar wat er aan de hand was. Hij verwachtte dat iemand tegen hem aan zou springen en hem op iets hoger tempo het water in zou drijven. Maar er gebeurde helemaal niks. Toen hij zich helemaal had omgedraaid, snapte hij waarom. De eerst zo luidruchtige bemanning leek in slaap gevallen te zijn. En geprikt werd hij niet meer, want juist die man, die hem zojuist nog over de plank had gedwongen, was als een roestige fiets omgevallen. De enige die nog alert leek, was de kapitein. 'Kom me dan bevrijden, kwal! Dankzij mijn slaapmiddel lig je niet daarbeneden,' riep hij nog, maar Raza was al op weg naar een veilige uitvlucht van deze boot. Hij sneed een driehoek uit het zeil en zocht een lange, stevige plank. Na een tijdje knutselen was hij klaar. Met zijn vaartuig en een zak vol voedsel klom hij van de boot. Toen hij het water raakte, surfte hij weg naar een onbekende bestemming.


Deadline stemmen: Vrijdag 21:00
 

DeletedUser26399

Gast
A
E
B
D
C
E: deel niet gelezen dus even aanpassen
 
Laatst bewerkt door een moderator:

DeletedUser20542

Gast
3C
2A
1B

Als ik hier voor de leut mijn eigen verhaal tussen gestopt heb, geef ik 1 punt aan E.
 

DeletedUser27427

Gast
Vijf verhaaltjes en vier stemmende spelers? Blijkbaar heeft iemand een dl gemist.
 

DeletedUser22926

Gast
3 - E
2 - A
1 - C

Sorry had geen tijd om een redelijk verhaal te schrijven besefte het 5 min vooor dl had ik in 10 min dit shit verhaal geschreven D xD
nu ben ik naar vakantie aan het gaan en zal er dus geen pf een heel slecht verhaal komen lol dus imra you set 4 life bro.
 
Bovenaan