De deuren van het plaeis braken open en Tahmores stapte naar binnen. De commandant snoof de warme lucht in. ,,Het voorwerp van Adfectus is hier," grijnsde hij, ,,Ik kan het voelen." Zijn soldaten begonnen daarop de ruimtes te verkennen, totdat er iemand op de trap verscheen. Het was een man, helemaal in het wit. Hij had een zwaard in zijn handen. Het was koning Paä. ,,Ga terug naar het verdorde land waar jullie vandaan komen!" riep hij en stormde met zijn zwaard de trap af. De soldaten van Tahmores liepen op hem af, konden hem zonder al te veel moeite ontwapenen en gooiden hem voor hun commandant. Tahmores keek Paä smalend aan en trok zijn zwaard. Op dat moment kwam Ramin binnen. Hij sloeg de soldaten met gemak weg, maar Tahmores gaf hem bevel te stoppen en hield het zwaard bij de nek van Paä. ,,Nog één stap dichterbij," dreigde de commandant, ,,en de koning gaat eraan."
,,Dat durf je niet," siste Ramin en zette een stap dichterbij. Net op het moment Tahmores wilde uithalen, werd zijn zwaard uit zijn handen geschoten. Verbaasd keek hij op. Ramin ook. Bovenaan de trap stond prinses Jaä met een boog. Ze had zojuist het zwaard uit de handen geschoten en had gelijk een nieuwe pijl gespannen. Tahmores keek met angst in de ogen naar de witte dame. ,,Ga terug naar je koning," waarschuwde zij hem, ,,en vertel hem dat wij niet zomaar te verslaan zijn." Tahmores maakte dat hij wegkwam. Ramin keek Jaä verbaasd aan: ,,Wat doe je nou? Je laat de man gaan die bijna je vader had vermoord."
,,Het is niet aan mij om zijn leven te nemen," zei ze kalm. Ramin bleef verbaasd naar heldere ogen staren, maar ging er verder niet op in. Hij hielp Paä overeind en ging met de prinses omhoog. Het veiligstellen van het prisma was nu de prioriteit.
De koning van Alka-Bras was ondertussen ook in Palatii aangekomen. Hij staalde van trots en zijn cape wapperde door de wind. Hij voelde zich machtig, onaantastbaar en geweldig. Al die trots zakte opeens weg toen hij zijn belangrijkste commandant angstig zag weg vluchten. Hij rende naar de koning toe. ,,Heer, Ramin is ook in de stad. Hij verdedigt de koninklijke familie. En hij heeft een zwaard," hijgde hij, ,,Niet zomaar een zwaard, een goddelijk zwaard, waarmee hij alles in één klap kan verwoesten." De koning glimlachte. Hij had Ramin niet meer gezien sinds Shadan. Daar had hij hem al makkelijk verslagen, maar hij kreeg nog niet de kans Ramin te doden. ,,Ramin is hier," herhaalde de koning, ,,Dat betekent dat het voor van Adfectus hier dus is," Hij keek Tahmores strak in de ogen en zei: ,,Tijd voor een revanche."
In het bijzijn van commandant Tahmores, twee magiërs en een tiental soldaten liep de koning de stad in, naar het paleis. Terwijl het gevecht nog in volle gang was, liep de groep kalm door de straten. Aanvallende soldaten werden zonder pardon neergestoken, waarop ze het paleis zonder al te veel moeite konden betreden. De koning aanschouwde de resten van de slachtpartij. ,,Als we dat voorwerp van Adfectus niet kunnen krijgen, dan neem ik altijd nog genoegen met het zwaard," zei hij. Er viel een kleine stilte en de koning keek de magiërs aan. Zij moesten op zoek gaan naar het voorwerp. Blijkbaar hadden ze een spoor gevonden: ,,Het is op de vijfde verdieping." De soldaten stormden gelijk de trap op, dat Ramin, Jaä en Paä in de grot goed konden horen. ,,We kunnen ze nooit allemaal aan," besefte prinses Jaä, ,,En als we ze nu kunnen stoppen, zullen ze terug komen."
Ramin bedacht daarop het volgende: ,,Ik kan het kristal meenemen, op mijn reis naar Tuncatis. Ze zijn toch al naar mij op zoek."
Paä dacht hardop: ,,Dat is te riskant. Als jij het kristal verliest, of het wordt gestolen, dan kan niks ons meer redden."
,,Anders sla ik het kristal kapot," zei Ramin vervolgens, ,,Dan beveel ik de koning te stoppen en Shagiano te bevrijden en geef de oppergod zijn macht weer terug. Die kan het kristal dan weer repareren en de oorlog is voorbij." De witte prinses keek Ramin aan alsof hij gek was. ,,Als je het kristal vernietigt, zal je niet meer in staat zijn normaal te denken, door de ongelooflijke krachten die je krijgt," bracht ze ertegen in, ,,Je zal een gevaar vormen voor jezelf en voor je omgeving." Ramin zuchtte. Hij pakte het kristal op en bekeek het. ,,Waarom kiest Adfectus nou weer zo een kwetsbaar materiaal om via te regeren?" Koning Paä antwoordde daarop met een verhaal dat het aan de mensen de verantwoordelijkheid is om erover te waken, maar Jaä lette niet op. Ze bedacht zich iets waarover ze erg enthousiast werd. Met blijdschap in haar stem vertelde ze haar plan tegen haar vader en Ramin.
De koning en zijn manschap waren inmiddels op de vijfde verdieping aangekomen. De soldaten wilden gelijk alle kamers doorzoeken, maar ze zagen gelijk dat een boekenkast van zijn plek was geschoven. Daarachter was een geheime deur. Tahmores grijnsde naar de koning: ,,Hier moet het zijn." De koning kon niet terug glimlachen. Hij vond het verdacht dat de boekenkast niet op zijn plek was gezet, maar stuurde zijn soldaten alsnog door de deur. Ze kwamen uit in een tunnel in de bergen. Aan de andere kant was een deur, die ook open stond. Achter de deur zagen ze een ronde ruimte met een kristal in het midden. ,,Hier is het!" riep Tahmores enthousiast. Met de soldaten renden ze naar het kristal toe en hij pakte het op. De koning kwam de kamer ook binnen en gebaarde Tahmores het kristal aan hem te geven. Maar de ogen van Tahmores werden groter bij het aanzien van het prisma. Hij trok zijn arm bij zich en hield het kristal tegen zich aan. ,,Als ik het kristal nu verwoest, zal jij gehoorzamen over mij," grijnsde de commandant naar de koning. Die werd razend door dit verraad en trok zijn zwaard. Tahmores trok ook gelijk zijn zwaard, waardoor de soldaten in de kamer ook allemaal hun zwaarden trokken. Tahmores hield zijn zwaard bij de prisma. ,,Nog één stap," dreigde hij, ,,En ik vernietig het kristal."
,,Als je dat doet," bulderde de koning, ,,Dan laat ik je ter plekke executeren!" De commandant lachte: ,,Nee hoor, dat denk je door je boze emotie. Zodra ik dit kristal heb vernietigd, kun je niet goed meer nadenken en je zult mij gehoorzamen," Zijn valse lach deed de woede van de koning omslaan in angst, ,,Dat is toch wat jij mij vertelde op het schip?" Er viel een akelige stilte. Tientallen zwaarden blonken door in het licht van de fakkels, allemaal gericht op de verrader. Tahmores eiste dat ze hun zwaarden neerlegden. Zijn blik veranderde van de koning naar het geslepen gesteente in zijn handen. Hij zuchtte diep uit en de spanning waarmee hij het vasthield, ebde weg. De koning zag het en reikte voorzichtig zijn hand uit, maar vervolgens gooide Tahmores met al zijn kracht op de grond en sloeg zijn zwaard tegen het kristal, tegen de grond.
Honderden brokken van het kristal stuiterden op de grond. Het kletter-geluid echode door de kamer. Alles leek in slow-motion te gebeuren. Toen het gekletter was opgehouden, klonk er een oorverdovende stilte. Tahmores grijnsde en probeerde de kracht die in zijn lichaam zou komen, te ervaren. Hij voelde niks. Hij keek naar de soldaten en naar de magiërs die om hem heen stonden. Die leken verbaasd om zich heen te kijken. Ook de koning keek verbaasd naar zichzelf. Ook hij voelde zich nog hetzelfde. Opeens hoorde hij een luid gebrul. Hij draaide zich om en zag aan de andere kant van de tunnel Ramin. Hij versleepte iets voor de ingang. De koning gaf de soldaten het bevel door de tunnel te rennen om Ramin te stoppen, maar het was te laat. De koning zag Ramin door het laatste kiertje zijn tong uitsteken. Daarna verdween het licht. Toen de soldaten aankwamen bij het einde van de tunnel, merkten ze dat het een stuk rots was die voor de uitgang lag. Ze konden het met geen mogelijkheid wegduwen. De koning merkte het en draaide zich weer terug naar de ronde kamer. Hij keek Tahmores met dichtgeknepen ogen aan. Die werd vastgehouden door twee andere soldaten. Hij raapte zijn zwaard van de grond en stak die door het lichaam van de verrader. ,,Ik zal mijn belofte waarmaken," siste de koning naar hem, die kreunend naar lucht snakte. De soldaten lieten hem los, waarop hij met een smak op de grond plofte. De koning veegde zijn zwaard schoon aan het lichaam en schreeuwde het uit van woede. Die kreet was door het hele paleis te horen. Ramin lachte en zijn zwaard was paars gekleurd, de kleur van listigheid.