• Gegroet, sterveling! Nieuw op het forum?
    Als je wilt deelnemen aan het forum heb je een forumaccount nodig. Registeer er snel een! Heb je al een forumaccount? Dan kun je hier inloggen.

VerhalenTopic

DeletedUser

Gast
De legende van Alka-Bras

Deel XXII

Deel XXIII
Ramin hielp de koning van Jaä overeind te komen. Tahmores had hem bijna gedood en lag nu gewond op de grond. ,,Het gaat wel," zei hij bot tegen Ramin. Hij was dat hij verslagen was. Maar hij zat er nog meer over in dat zijn dochter Tahmores had laten gaan. Hij duwde zich van Ramin weg. Ramin, Jaä en Paä en liepen de trappen op, op naar de vijfde verdieping om het kristal te bewaken. Ze schoven de kast opzij en Jaä opende de deur. Ze liepen de gang door en kwamen bij het kristal, die blauw van angst kleurde. ,,We kunnen ze nooit allemaal aan," besefte prinses Jaä, ,,En als we ze nu kunnen stoppen, zullen ze terug komen, tot ze ooit het kristal in handen zullen krijgen." Ramin bedacht daarop een plan om zelf de kristal te verwoesten, de vrede terug te winnen en Shagiano te bevrijden. Maar dat zou ook niet werken. ,,Waarom kiest Adfectus nou weer zo een kwetsbaar materiaal om via te regeren?" vroeg Ramin vervolgens. Jaä keek naar het kristal. Het klopte. Het was iets heel kwetsbaars. Voor honderden jaren kon deze stad het beschermen door het bestaan geheim te houden. Nu het bestaan van het geen geheim meer was, leek het voor Jaä veel minder onaantastbaar. Plotseling viel haar blik op het zwaard van Ramin, die in discussie was met Paä over het kristal. Zij hoorde het niet, maar bedacht een plan ,,Ik weet hoe we het kristal veilig kunnen stellen!" riep ze enthousiast door het gesprek heen, ,,Je zei toch dat Adfectus jou vertelde dat geen enkel materiaal sterker was dan dit zwaard?"
,,Jaä, zelfs met zijn zwaard kunnen we ze nu niet meer stoppen," bracht Paä ertegenin.
,,Misschien wel, maar niet door te vechten," Ze glimlachte en Ramin begon haar plan te begrijpen, ,,Ik kan de kracht van het kristal overdragen naar jouw zwaard. Dan kan niemand het ooit meer vernietigen om zo zelf geweldig krachtig te worden."
,,Hoe wil je dat dan doen?" vroeg Ramin.
,,Ik had je toch verteld dat ik ook met Adfectus kan praten?" legde ze uit, ,,Zo heb ik ook meer speciale krachten. Ik vertel het nog wel een keer. Nu hebben we geen tijd te verliezen." Ze vroeg aan Ramin of hij het kristal terug wilde leggen op de vitrine en zijn zwaard aan haar wilde geven. Ze pakte het zwaard en legde het in haar armen, voor het kristal. Ze sloot haar ogen en fluisterde wat onverstaanbaars. Ramin hoorde toen de wind fluiten, terwijl er geen wind was. Er verscheen een kleine wolk boven het kristal, waarop het zijn kleur verloor. Alles leek in de lucht op te lossen, maar de wolk vond zijn weg naar het zwaard. Het zwaard werd blauw van kleur, maar veranderde snel naar groen. Jaä opende haar ogen. ,,Het is gelukt," zei ze. Ze gaf het zwaard aan Ramin. en stelde voor zich nu te verstoppen, om daarna de koning en zijn mannen in de val te laten lopen. Ramin vond het een mooi idee. Het drietal verstopte zich in een kamer op dezelfde verdieping en wachtte af. Ze hadden expres alles open laten staan, zodat de koning het kristal eerder zou vinden dan hun. Het werkte. Ramin had zich achter een bed verscholen, in een kamer aan de andere kant van de trap, en zag hoe de indringers de tunnel ingingen. Snel sprong hij over het bed heen en liep zachtjes langs de trap. Naast de geheime deur stak Ramin zijn paars wordende zwaard in de muur. Achter het dunne laagje behang was gewoon de rots te vinden waartegen het paleis gebouwd was. Alsof het karton was waar hij met een mes doorheen ging, sneed hij een stuk rots weg. Hij moest nu zien te bedenken hoe hij het eruit kon wrikken zonder zelf verpletterd te worden. ,,Ramin," hoorde hij een vrouwelijke stem fluisteren, ,,Ik heb wat hulp gevonden." Hij draaide zich om en zag dat Jaä een stuk of vijftien koninklijke wachters had verzameld. Ze hielden het rotsblok tegen, terwijl Ramin er met zijn zwaard onder begon te wrikken. Het lukte. Het stuk gesteente brak los en met behulp van de wachters schoof Ramin het voor de ingang. Hij kon nog snel de tunnel in kijken en zag het hoofd van de koning, die zich akelig benauwd voelde. Ramin stak zijn tong uit, net voordat de tunnel helemaal was afgesloten.

De wachters deden hun uiterste best om het rotsblok tegen te houden, waar aan de andere kant tegen wordt geduwd door forse soldaten van Alka-Bras. Jaä en Paä droegen hun steentje bij door te helpen met het versjouwen van kasten en meubels, om die voor het stuk rots te zetten. Ze bleven net zolang doorgaan tot er geen greintje beweging meer in de muur zat. ,,Nu moet hij het wel kunnen houden," hijgde Ramin en keek naar de enorme stapel die tegen de muur was gevestigd. Hij keek tevreden. Maar het was nog lang niet voorbij. Buiten was de strijd nog in volle gang. Nadat Paä hem daarop wees, greep Ramin zijn zwaard -dat nu emoties had- en stormde met de wachters naar beneden. Daar gingen ze het gevecht aan met de soldaten. Ramin zwaaide met zijn zwaard om zich heen. De hulpeloze soldaten van Palatii die zwaar in de minderheid waren, werden gered van het belagers. Bij het zien van Ramin kregen gelijk al moed. Hij joeg de invasie uit de muren, terwijl alle andere krijgers zich bij hem aan sluiten. De indringers trokken zich terug. Een machtige strijdkreet galmde door de stad en weerkaatste tegen de hoge muur. Met een grijns van oor tot oor keek Ramin de vijandige soldaten na, die zich terug trokken naar de schepen. Hij keek naar zijn zwaard. Die had alles gedaan. Gek genoeg kleurde het zwaard blauw. Ramin keek om zich heen, maar zag niks dat hem kon aanvallen. Plotseling dacht hij aan Jaä, die een sterke band met de god had. Ze was in gevaar!

Deel XXIV
 
Laatst bewerkt door een moderator:

RabbidRobin

Ex-Teamleider Forum
Het Koekjesverhaal Deel XIII

Deel XII

Imra hoorde een gekraak en draaide zich vliegensvlug op. Hij zag Jap aan zijn rechterkant hetzelfde doen. Een deur, alhoewel het veel groter was dan een deur, ging open aan de andere kant van de arena. Uit de schaduwen stapte iets naar voor. Vanop die afstand was het moeilijk te zien. Zonder het te beseffen waren ze achteruit geschuifeld en stonden ze nu tegen de achterkant van wat de plaats van hun ondergang ging worden. Een hondertal meter verderop verscheen het wezen. Was het nog wel een wezen te noemen? Het was ongeveer de kruising tussen een leeuw en een slang. Alhoewel deze er waarschijnlijk gevaarlijker uitziet als je gedachten. Ze werden dus slangenvoer, achter hen ging het publiek uit hun dak. Ze werden als offer gebruikt voor één of ander ritueel. Niets verkeersongeluk, niets ouderdom. Offeren waren tegenwoordig blijkbaar in. En toen kwam de slangleeuw in beweging.

Initia leunde tegen een boom, zijn been kon niet meer. Hij hoorde de wolf boven hem. Hij was er geraakt, maar hoe kreeg hij de wolf nu beneden? Hij keek naar boven en zag de wolf in het net zitten. Dit ging nog even duren. Hij ging zitten, het gevoel uit zijn been begon langszaam weg te trekken. Maar er was een wolf die meer hulp nodig had. Met zijn handen trok hij zich op een tak en van daaruit begon hij met zijn mes langszaam één voor één, met 1 hand rond de boom de draden van het net door te snijden. De wolf hing niet zo hoog, dus hij hoopte maar dat hij goed terecht zou komen. Zo, na een half uurtje zagen, viel de wolf op de grond, Initia wou uit de boom springen maar bleef haken met zijn gewonde been. Hij viel recht op zijn gezicht, hij voelde nog net iemand over zijn gezicht lekken en viel toen in een diepe, diepe slaap.

De wolf zag hij hoe het laatste draadje brak en maakte zich klaar voor de sprong. Hij wipte eens en het net brak. Hij landde veilig op z'n pootjes. Zo, nu verder, dacht hij. Toen hoorde hij echter zich een luid gebonk. Hij draaide zich om en zag de jongen met het mes op de grond liggen. Hij likte hem over zijn gezicht. De jongen werd niet wakker. Was er iets? Hij duwde met zijn snuit tegen zijn borst, het lichaam draaide zich om en de jongen bleef naar boven kijken. Er klopte iets niet, de wolf voelde dat er iets niet klopte. Hij duwde nogmaals met zijn snuit tegen de jongen. Hij reageerde niet meer. Hij begreep dat hij iets moest terugdoen voor de jongen. Vanwaar kwamen al deze gevoelens? Ze waren nieuw, maar wat betekende ze. Hij besloot de jongen op zijn rug te tillen. Met het zware gewicht op zijn rug begon hij langszaam te stappen, zijn gevoel volgend. Toen dat lukte, versnelde hij. Sneller en sneller, totdat hij uiteindelijk begon te lopen, met de jongen op zijn rug.

Imra en Jap stonden verstijfd. Het ding was sneller dan wanneer ze zouden sprintten. Het dier was gevaarlijk dan zij met pistolen. Ze hadden geen wapens, de mensen keken dit niet voor het plezier, ze deden het gewoon uit bloeddorst. Imra zag een kleine struik, ergens aan de rechterkant van de arena. De slang had zijn doel ondertussen gevonden en begon al langszaam richting hen te kruipen, steeds sneller en sneller. De afstand werd kleiner en kleiner. Hij fluisterde jap iets in het oor en toen die knikte begon hij te lopen richting de struik. Hopelijk zou het plan werken.
 

RabbidRobin

Ex-Teamleider Forum
Het Koekjesverhaal Deel XIV

Deel XIII

Jap stond stil, het monster naderde. Imrahil was bijna bij de struik. Het monster lette niet op Jap, goedzo. Hun plan was geniaal. Zo geniaal dat het gestoord was. Het monster was er bijna, nog een tiental meter. Jap glimlachte en sprong op het juist moment naar rechts, het monster, geschrokken door de onverwachtse beweging van zijn prooi die tot dan toe stil stond, had het niet zijn aankomen en botste zo tegen de rand. Jap verloor niet langer tijd, en begon ook naar het struikje te lopen. Hij hoopte maar dat het werkte. Als het niet werkte konden ze het opgeven. Maar iets was beter dan niets. Hij was ongeveer halverwege toen hij achter zich gebrul hoorde. Hij wierp een vluchtige blik over zijn schouder en zag dat het beest al terug rechtstond. Het had een harde schedel. Het beest kwam al in beweging. Het plan ging mislukken. Met het beest op zijn hielen liep hij de laatse meters naar de struik. Hij zag nu ook de blik in Imrahil's ogen, de blik van angst, de blik van iemand die wist dat zijn dood eraan kwam. Om hen heen klonk veel lawaai. Blijkbaar vond iedereen het vrij leuk dat ze werden afgemaakt.

Wolf hoorde geschreeuw en geroep. Het gevoel werd sterker en sterker. Hij was er bijna, dat zei zijn gevoel hem. Een zwak stemmetje kwam vanaf zijn rug. De jongen met het mes werd wakker. Maar voor hoelang. Aangezien hij er bijna was, stopte hij. Hij draaide zich op zijn rug en de jongen met het mes gleed van zijn rug, in een hoop bladeren. Hij gaf hem nog een lek, dwars over zijn gezicht, en rende weg, richting de 2 mannen die hij nu zag vechten met één of ander wezen. Het wezen zag er raar uit. Het was een vreemd monster, een soort van rode gloed werd uitgestraald. Hij nam een aanloop en sprong, recht op het monster af.

Initia werd wakker, zijn gezicht plakte helemaal en hij veegde met zijn mauw het natte speeksel van zijn gezicht. Zijn been brandde, hij had terug gevoel. Was dat goed? Of niet? Wel, het niet-voelen was prettiger in ieder geval. Hij lag niet meer bij de boom. Hij lag op een open veld? Wie had hem verplaatst. Hij zag niemand en probeerde recht te gaan zitten. Zijn been brandde verschrikkelijk en een pijnscheut trok door zijn hele lichaam. Hij huiverde, er was iets serieus fout. Hij keek nogmaals rond zich en zag nu de wolf die hij eerder had gered. Hij sprong af op een soort van vreemd monster. Het was geen dier, het was een nachtmerrie, klauwen, tanden, schubben, het had het allemaal. Zijn zicht was nog niet helder, alles zweefde door elkaar, wel zag hij het monster zich draaien en met 1 slag de wolf weggooien, de wolf belandde een tiental meter verder op de grond. Hij wilde roepen en schreeuwen, hij wilde zijn moeder, hij wilde warmte, hij wilde rust. Maar niets lukte, zijn lichaam luisterde niet meer, hij was vergiftigd of zoiets, hij was verdoofd, hij was verlamd. Maar waardoor?

Kyraco overzag de situatie, dit verliep niet zoals plan. Er was een wolf vanuit het niets verschenen die de illusie van het publiek had doorbroken, alles zag er nu uit zoals het was, gewoon een vlakte, met 2 mannen, vechtend tegen haar lievelingetje. En dan had die wolf nog het lef gehad om haar lievelingetje aan te vallen? Wat een arrogantie. Haar schepsel had de wolf dan wel weggeslagen, maar daardoor hadden de 2 vreemdelingen de kans gehad om te ontsnappen. De illusies waren verdwenen, en het was nu gemakkelijk om je te verbergen op de kille vlakte. Ze had niet genoeg tijd voor een 2e illusie, dus ze hoopte maar dat ze niets zouden proberen, dat zou alles veel makkelijker maken. En wat? Was er een 3e indringer? Ze draaide zich om en zag een kind naar haar kijken, het lag neer? Ze glimlachte en het kind viel terug bewusteloos. Iemand had van haar geelzwammen gegeten, dacht ze lachend.
 

Genius0615

Erinys
De legende van Alka-Bras

Deel XXII

Deel XXIII
Ramin hielp de koning van Jaä overeind te komen. Tahmores had hem bijna gedood en lag nu gewond op de grond. ,,Het gaat wel," zei hij bot tegen Ramin. Hij was dat hij verslagen was. Maar hij zat er nog meer over in dat zijn dochter Tahmores had laten gaan. Hij duwde zich van Ramin weg. Ramin, Jaä en Paä en liepen de trappen op, op naar de vijfde verdieping om het kristal te bewaken. Ze schoven de kast opzij en Jaä opende de deur. Ze liepen de gang door en kwamen bij het kristal, die blauw van angst kleurde. ,,We kunnen ze nooit allemaal aan," besefte prinses Jaä, ,,En als we ze nu kunnen stoppen, zullen ze terug komen, tot ze ooit het kristal in handen zullen krijgen." Ramin bedacht daarop een plan om zelf de kristal te verwoesten, de vrede terug te winnen en Shagiano te bevrijden. Maar dat zou ook niet werken. ,,Waarom kiest Adfectus nou weer zo een kwetsbaar materiaal om via te regeren?" vroeg Ramin vervolgens. Jaä keek naar het kristal. Het klopte. Het was iets heel kwetsbaars. Voor honderden jaren kon deze stad het beschermen door het bestaan geheim te houden. Nu het bestaan van het geen geheim meer was, leek het voor Jaä veel minder onaantastbaar. Plotseling viel haar blik op het zwaard van Ramin, die in discussie was met Paä over het kristal. Zij hoorde het niet, maar bedacht een plan ,,Ik weet hoe we het kristal veilig kunnen stellen!" riep ze enthousiast door het gesprek heen, ,,Je zei toch dat Adfectus jou vertelde dat geen enkel materiaal sterker was dan dit zwaard?"
,,Jaä, zelfs met zijn zwaard kunnen we ze nu niet meer stoppen," bracht Paä ertegenin.
,,Misschien wel, maar niet door te vechten," Ze glimlachte en Ramin begon haar plan te begrijpen, ,,Ik kan de kracht van het kristal overdragen naar jouw zwaard. Dan kan niemand het ooit meer vernietigen om zo zelf geweldig krachtig te worden."
,,Hoe wil je dat dan doen?" vroeg Ramin.
,,Ik had je toch verteld dat ik ook met Adfectus kan praten?" legde ze uit, ,,Zo heb ik ook meer speciale krachten. Ik vertel het nog wel een keer. Nu hebben we geen tijd te verliezen." Ze vroeg aan Ramin of hij het kristal terug wilde leggen op de vitrine en zijn zwaard aan haar wilde geven. Ze pakte het zwaard en legde het in haar armen, voor het kristal. Ze sloot haar ogen en fluisterde wat onverstaanbaars. Ramin hoorde toen de wind fluiten, terwijl er geen wind was. Er verscheen een kleine wolk boven het kristal, waarop het zijn kleur verloor. Alles leek in de lucht op te lossen, maar de wolk vond zijn weg naar het zwaard. Het zwaard werd blauw van kleur, maar veranderde snel naar groen. Jaä opende haar ogen. ,,Het is gelukt," zei ze. Ze gaf het zwaard aan Ramin. en stelde voor zich nu te verstoppen, om daarna de koning en zijn mannen in de val te laten lopen. Ramin vond het een mooi idee. Het drietal verstopte zich in een kamer op dezelfde verdieping en wachtte af. Ze hadden expres alles open laten staan, zodat de koning het kristal eerder zou vinden dan hun. Het werkte. Ramin had zich achter een bed verscholen, in een kamer aan de andere kant van de trap, en zag hoe de indringers de tunnel ingingen. Snel sprong hij over het bed heen en liep zachtjes langs de trap. Naast de geheime deur stak Ramin zijn paars wordende zwaard in de muur. Achter het dunne laagje behang was gewoon de rots te vinden waartegen het paleis gebouwd was. Alsof het karton was waar hij met een mes doorheen ging, sneed hij een stuk rots weg. Hij moest nu zien te bedenken hoe hij het eruit kon wrikken zonder zelf verpletterd te worden. ,,Ramin," hoorde hij een vrouwelijke stem fluisteren, ,,Ik heb wat hulp gevonden." Hij draaide zich om en zag dat Jaä een stuk of vijftien koninklijke wachters had verzameld. Ze hielden het rotsblok tegen, terwijl Ramin er met zijn zwaard onder begon te wrikken. Het lukte. Het stuk gesteente brak los en met behulp van de wachters schoof Ramin het voor de ingang. Hij kon nog snel de tunnel in kijken en zag het hoofd van de koning, die zich akelig benauwd voelde. Ramin stak zijn tong uit, net voordat de tunnel helemaal was afgesloten.

De wachters deden hun uiterste best om het rotsblok tegen te houden, waar aan de andere kant tegen wordt geduwd door forse soldaten van Alka-Bras. Jaä en Paä droegen hun steentje bij door te helpen met het versjouwen van kasten en meubels, om die voor het stuk rots te zetten. Ze bleven net zolang doorgaan tot er geen greintje beweging meer in de muur zat. ,,Nu moet hij het wel kunnen houden," hijgde Ramin en keek naar de enorme stapel die tegen de muur was gevestigd. Hij keek tevreden. Maar het was nog lang niet voorbij. Buiten was de strijd nog in volle gang. Nadat Paä hem daarop wees, greep Ramin zijn zwaard -dat nu emoties had- en stormde met de wachters naar beneden. Daar gingen ze het gevecht aan met de soldaten. Ramin zwaaide met zijn zwaard om zich heen. De hulpeloze soldaten van Palatii die zwaar in de minderheid waren, werden gered van het belagers. Bij het zien van Ramin kregen gelijk al moed. Hij joeg de invasie uit de muren, terwijl alle andere krijgers zich bij hem aan sluiten. De indringers trokken zich terug. Een machtige strijdkreet galmde door de stad en weerkaatste tegen de hoge muur. Met een grijns van oor tot oor keek Ramin de vijandige soldaten na, die zich terug trokken naar de schepen. Hij keek naar zijn zwaard. Die had alles gedaan. Gek genoeg kleurde het zwaard blauw. Ramin keek om zich heen, maar zag niks dat hem kon aanvallen. Plotseling dacht hij aan Jaä, die een sterke band met de god had. Ze was in gevaar!

2 Dagen later wachten we nog steeds op een vervolg ...
 

RabbidRobin

Ex-Teamleider Forum
Het Koekjesverhaal Deel XV

Deel XIV

Lea draaide zijn hoofd terug naar de plek waar de 2 lunchpakketjes net waren. Ze waren verdwenen? Waar waren ze heen? Ze had zich even omgedraaid om die wolf weg te slaan en nu waren haar andere slachtoffertjes verdwenen. Ze stak haar neusje in de lucht en rook de lucht. Ze kon haar slachtoffers niet ruiken? Raar, normaal kon ze dat wel. Met haar arendsblik speurde ze de omgeving voor haar af. En zo zag ze niet wat er achter haar gebeurde.

Imrahil en Jap haalden tegelijkertijd uit. De 2 grote, puntige takken die toevallig binnen hun handbereik lagen, boorden zich nu in de wat ze aannamen dat knieën waren. Het monster draaide zich om. Imrahil liep weg, maar Jap bleef moedig volhouden. Hij trok zijn stok uit de wonde, die nu door de helft van het been van het monster zat en hief hem op, gericht op het gezicht van het beest. Het beest stond stil, alsof het de situatie aan het inschatten was. Hij boorde op dat moment zijn stok in de keel van het monster. Het monster sloeg met zijn linkerklauw naar de stok, die meteen enkele meters verder, net naast de gevallen Imrahil op de grond viel. Het monster keek hem aan. Voordat Jap iets kon doen haalde hij, dit keer met zijn andere klauw, uit naar Jap. Jap probeerde nog naar achteren te springen, zodat de klauw zijn benen raakte. Hij tolde rond en belandde nu vlak voor het monster op de grond. Zijn stok lag een tiental meters verder. Het monster kwam dichter en bracht zijn hoofd vlak boven het hoofd van Jap.'Neeeeee' hoorde hij Imra roepen. En wat verder het lachen van een boze heks.

Imrahil kon het niet meer aanzien, hij pakte zijn stok, die wonder onder wonder vlak voor hem lag, en gooide hem richting het beest. De stok zoefde met een geweldige kracht richting het beest. Hij hoorde achter zich de heks vloeken, het klonk niet zo mooi. Hij zag ook Jap's gezicht, die vreesde dat de stok hem ging raken. Ten slotte keek hij naar het monster, maar die was te druk bezig met het concentreren op zijn slachtoffer. En toen trof de speer doel. Hij boorde zich langzaam maar pijnlijk in de boomstam achter het monster. Imrahil had gefaald. Hij hoorde de heks lachen en keek neer.

Hij sprong, hij beukte tegen het wezen met de rode schijn, het wezen stond voorovergebogen over iemand. Het monster viel recht op die persoon, verpletterd door het gewicht van onze grijze vriend. Hij sprong er terug van en haastte zich naar de andere persoon op het veld. Hij bleef vlak voor de man staan, in een aanvallende houding. De man hief zijn hoofd op en zag wat er was gebeurd. Hij liep straal langs de wolf naar zijn vriend, die vreemd genoeg iets weg had van een Bananenmilkshake, geplet door het gele dier. Hij duwde het dode wezen aan de kant, en gruwde bij het zien van het verpletterde lijk van zijn vriend.

Kyraco dacht na. Ze moest snel denken. Haar diertje was gedood. De indringer leefde nog, er was een wolf verschenen. En een andere indringer was verschenen, maar die had de geelzwam gegeten, dus dat maakte minder uit. Die zou rap genoeg dood zijn. Er klopte iets niet, er waren te veel indringers. Was er een gat in het magische bos? Ze zou het moeten uitzoeken. Na een enkele bezwering veranderde ze zichtzelf in een schaap en ze mekkerde langszaam weg.
 

DeletedUser

Gast
Rabbid, ga weg van Nachtwaker en schrijf verder :O
Ik wil weten wat er gaar gebeuren...
 

RabbidRobin

Ex-Teamleider Forum
Het Koekjesverhaal Deel XVI

Deel XIV

Imra gooide het beest aan de kant, dat verrassend licht woog. Hij nam het lichaam van zijn vriend in zijn armen en hief het op. Alsof hij aan God wilde tonen wat hij gedaan had. Hij verpletterde hem bijna. Tranen vloeide over zijn gezicht, hij stortte heel zijn hart uit tegen de lucht. Niemand kon het horen, behalve de wolf misschien, die meehuilde. Hij had de toon in de stem van onze noodlottige gehoord. Hij treurde mee. Imrahil legde jap tenslotte neer op de grond, en begon aarde weg te graven met z'n handen. De wolf begreep hem verrassend goed en begon enkele minuten later in stilte mee aarde weg te scheppen. In stilte legde hij het lichaam van Jap in de put. Waarom moest iedereen hier sterven? Was hij de volgende? Hij gooide de laatste aarde in de put en veegde de tranen van zijn gezicht. Hij aaide de wolf over zijn kop en keek in het rond.

Imra zag de jongen pas na een tijdje. Hij was tegen een boom gaan zitten, nadenken en die dingen. Hij sprong meteen recht en liep op de jongen af. De jongen lag op z'n rug tussen de bladeren, het had dus lang geduurd aangezien Imra met zijn ogen toe, half slapend, tegen de boom lag. Hij snelde naar de jongen toe en legde zijn oor op z'n borst. Hij ademde nog, gelukkig. Hij bleef maar mensen tegenkomen, wanneer zou deze sterven? Hij bande de gedachte uit zijn hoofd en inspecteerde nieuwsgierig de jongen. Zijn been zag helemaal paars! Hij trok zijn broek uit, wat vrij vreemd was. Maar het was de jongen zijn eigen bestwil. Heel zijn been zag paars, dit zag er niet goed uit. Het was vrij warm, dus het zal niet van de koude zijn. Hij voelde aan zijn been, het was koud, levenloos. Hij porde de jongen voorzichtig, hij werd niet wakker. Hij duwde harder, nog steeds geen reactie. De wolf van net kwam naar de jongen toegelopen en likte hem in het gezicht. Een zwakke glimlacht duwde de zorgen op Imra's gezicht voor een tel weg. Daarna werd de jongen, al hoestend wakker en verdween de lach. Imrahil bukte zich en vroeg of alles goed ging. De jongen staarde hem aan. Zijn oogleden schoven terug toe, hij viel terug neer op de grond. Imrahil raapte hem op en tilde hem op zijn rug. Hij had hulp nodig en snel. Hij probeerde na te denken maar kwam niet tot een besluit.

De wolf voelde het opeens, een gevoel, sterker als zichzelf. Het riep hem, het dwong hem om te komen, hij moest wel gehoorzamen. Hij draaide zich om, en begon te rennen in die richting. Hij begon te blaffen. Het was vlakbij, hij stopte ineens, hij begon te graven. Hij wist niet waarom, hij wist niet wat hij aan het doen was. Hij wist enkel dat hij het moest doen.

Imrahil keek om, de wolf was gek aan het worden ofzo. Het gromde en blafte en sprong op en neer, het begon te graven in de grond. Wat zou hij aan het doen zijn. Imrahil kwam behoedzaam dichterbij, met de jongen op zijn rug. Hij keek naar het gat dat de hond aan het graven was. Er was iets zwarts in de grond. De hond bleef graven. Imrahil legde de jongen op de grond en spring mee in de kuil, en gooide mee aarde weg. Het ging moeizaam maar het ging wel. Zo bleven ze graven, totdat ze het helemaal hadden uitgegraven.
 

DeletedUser

Gast
De legende van Alka-Bras

Deel XXIII

Deel XXIV
De prinses en haar vader keken naar de enorme stapel waar eerst een geheime gang lag. Paä keek lachend toe, maar Jaä begon zich steeds akeliger te voelen. ,,We kunnen ze daar niet laten verhongeren," zei ze tegen haar vader. Het lachen verging koning Paä. Hij keek Jaä aan, met onwetendheid in de ogen. ,,Wat wil je dan doen?" zei hij, ,,Ze bevrijden?" Jaä aarzelde. ,,Om ze op zo een gruwelijke wijze om te laten komen, gaat tegen alles in wat ik heb geleerd," zei ze. Ze keek naar buiten, waar het gevecht in volle gang was. Paä werd bijna overgehaald door haar dochter, maar hakte uiteindelijk de knoop door: ,,Ik weet dat je je moeder probeert de eren," zei hij tegen haar, ,,Maar als we die koning nu laten gaan, kleeft er bloed aan ons handen van de strijden die volgen zullen." Jaä moest toegeven dat haar wijze vader daar een punt had. Ze draaide zich om en liep van de rommelstapel weg, toen er van beneden een stem luidde: ,,Koning! Bent u hier?!" Het was overduidelijk niet een stem van een inwoner van Palatii, dus de man die dit riep moest de koning van Alka-Bras bedoelen. Er werd niet terug geroepen, maar Jaä en Paä hoorde vanuit de grot een luid gebonk, gevolgd door het gebonk van soldaten die de trap op renden. Rillingen liepen over de rug van Jaä. Angstig keek ze Paä aan met de vraag van wat te doen. ,,We moeten ons verstoppen," besliste hij. De witte vrouw knikte en ze zochten een schuilplaats op.
Het tweetal zag even later tientallen soldaten verschijnen. Voorop liep een grote man, met een rode cape en een gouden borstplaat. Op zijn helm zat een grote bos veren. Het was de generaal, dezelfde die bij de slag van Shadan aanwezig was. Zijn ondergeschikten begonnen met het wegruimen van de stapel. Alles werd aan de kant gegooid, waarna de ingang naar de grot zichtbaar werd en de koning van Alka-Bras tevoorschijn kwam. Hij knikte kort naar de generaal en zei vervolgens: ,,Ga de koning van de Zuidpool zoeken. Zonet hoorden we ze. Ze zijn hier ergens verstopt." De stem drong door naar de gesloten kamer waar de koning en de prinses zich hadden verstopt. Angstig keek Jaä haar vader aan. ,,Ze zullen ons vinden," zei hij, ,,Maar als ze mij vinden, zullen ze tevreden zijn en stoppen met zoeken. Dus ga." Jaä weigerde. ,,Ik laat jou niet in de steek!" zei ze iets te hard. De deur vloog vervolgens open en Jaä schoot als een reflex een pijl richting de geopende deur. Een soldaat viel dood op de grond. Een nieuw persoon kwam de kamer in. Snel schoot Jaä een nieuwe pijl, maar die kwam tot stilstand, in de handen van de koning die in de deuropening stond. Hij grijnsde en brak de pijl doormidden. Jaä slikte en wilde een nieuwe pijl pakken, toen haar vader haar tegenhield: ,,Ga!" riep hij standvastig. De tijd leek even stil te staan toen de prinses haar vader aankeek, terwijl er een traan over haar wang rolde. Zonder iets te zeggen sprong ze vervolgens uit het raam, die aan de zijkant van de kamer was. Paä bleef daarna naar het gebroken raamvenster kijken. Daarna draaide hij zich om en greep zijn zwaard. De koning van Alka-Bras lachte de oude man op een akelige manier uit. ,,Een gevecht tussen een koning en een koning," zei hij, ,,Dat wordt nog eens interessant." Hij stuurde zijn soldaten weg en sloot de deur.

Ramin rende zo hard hij kon door de sneeuw naar het paleis. Hij baalde ervan dat hij altijd te laat was. Bij Shadan verscheen hij bijvoorbeeld pas halverwege de belegering en in Ahura-Yazda was hij aan het slapen toen de stad werd veroverd. Dit keer mocht hij niet te laat komen. Dus hij haastte zich naar het paleis, toen hij het bekende gestalte van Jaä zag. Die rende naar hem toe. ,,Ramin, gelukkig dat ik jou zie," hijgde ze. ,,Je moet mijn vader helpen!" Ze waren niet ver meer van het paleis. Samen gingen ze ernaartoe. Tijd om de situatie uit te leggen had de vermoeide prinses niet. Dus zonder te weten wat hem te wachten stond, rende Ramin automatisch naar de vijfde verdieping. Verrast keek hij tegen het gezicht van de generaal aan. ,,Hé, dat is een bekend gezicht," zei Ramin. Hij greep zijn zwaard en haalde uit bij de soldaten die voor de deur stonden, waarop de generaal maakte dat hij wegkwam. ,,Ramin, in de kamer," Jaä wees naar de gesloten deur en informeerde Ramin in gebrekkig Nederlands wat de bedoeling was. Die twijfelde geen moment en stormde door de deur. Zijn ogen sperde open bij het zien van wat er in de kamer afspeelde. Hij zag de koning van Alka-Bras en hij zag het aangezicht van Paä, die op met zin knieën op de grond zaten met zijn haren werd vastgegrepen door de koning. Paä keek met een dode blik voor zich uit en greep met zijn hand de arm van de koning, die tegen hem aan stond. In zijn andere arm had de koning een zwaard vast, die door de romp van Paä stak. Ramin kon het totale plaatje wel zien, maar zijn hersenen namen het niet op. Hij stond daar, in de deuropening, toen Jaä naast hem kwam staan. Zij gilde bij het zien van haar vader. Daarna barstte ze in tranen uit. Dit zorgde ervoor dat Ramin weer bij zinnen kwam. De koning trok zijn zwaard uit het lichaam en grijnsde naar Ramin: ,,Ah, het heeft lang geduurd," zei hij, ,,Maar nu zie ik je eindelijk weer."
,,Het is ook het laatste wat je zult zien," dreigde Ramin en liet zijn zwaard zien, waarop de koning lachte. ,,Ik weet alles van je," zei hij, ,,Je was een god, maar je vond die mensen te zielig en je offerde jezelf op om een kansloze poging te doen hun te redden. Ik moet toegeven, je hebt me behoorlijk dwarsgezeten. Als ik in Shadan wist wie jij was, had ik ook niet je leven gespaard."
,,Nu krijg je die kans niet," siste Ramin, ,,Met dit zwaard kun je nooit van mij winnen."
,,Dan moet je me wel kunnen raken," lachte de koning en bewoog zich naar voren. Ramin sloeg met zijn zwaard, maar de koning ontweek en haalde zelf uit. Mat zijn zwaard maakte hij een snee in de arm van Ramin. Die probeerde daarop met zijn zwaard te zwaaien naar de koning, maar hij ontweek weer en haalde de zij van Ramin open. Ramin kreunde en greep zijn zij vast. De koning gaf hem een schop in de maag en kon hem vervolgens een knietje in het gezicht geven, omdat Ramin door de schop in de maag naar voren ging leunen. Ramin lag half bewusteloos op de grond, terwijl de koning lachend toekeek. Ramin probeerde overeind te komen, maar de heerser van Alka-Bras schopte voluit in de zij van de jongeman die op de grond lag, gevolgd door een schop tegen het hoofd. Ramin was nu helemaal buiten zinnen.
De koning bukte om het zwaard van Ramin op te rapen, toen hij plotseling moest uitwijken voor een pijl die naar hem werd afgeschoten. Hij keek op. Het was de witte prinses die een nieuwe pijl op de koning had gericht. De woede was in haar ogen af te lezen. Het zwaard dat naast Ramin lag, begon rood te gloeien. De koning deinsde achteruit, waardoor Jaä vliegensvlug het zwaard van de grond kon rapen. Vol haat sloeg ze het zwaard naar de koning. Hij kon nog uitstappen en ontwijken, maar counteren lukte hem niet, want de prinses was te snel. De koning schrok ervan. Bijna wilde hij de aanval in gaan, maar de generaal verscheen in de kamer. ,,Kom snel mee," riep de generaal, ,,We worden bijna omsingeld." De koning keek Jaä nog recht in de ogen en verdween toen uit de kamer. De haat van Jaä verdween. Het zwaard kreeg de zwarte kleur van verdriet wanneer de prinses het zwaard los liet en zich keerde tot Ramin. Die leefde gelukkig nog, maar dat nam haar verdriet over de dood van haar vader niet weg.

De koude wind uit het zuiden verzwakte. Het sneeuwde bijna niet meer. De zon kwam op en verlichte de stad Palatii, die nog half na-smeulend tussen de bergen van de Zuidpool lag. In de stad was het een puinhoop. Inwoners en soldaten waren de hele nacht bezig geweest lijken te bergen en de straten schoon te vegen. Op deze nieuwe dag was de ravage die de soldaten van Alka-Bras de stad hadden toegebracht goed te zien, nu de rust erin was teruggekeerd. Ramin keek ernaar vanuit het paleis door een raam. Zijn hoofd zat in het verband, eveneens zijn neus. Zijn oog was blauw geslagen. Ook zijn zij was ingepakt en hij leunde op een kruk die hij in zijn rechterarm vast had. Hij haalde diep adem, wat pijn deed aan zijn borstkas. Hij was flink toegetakeld, wat hij ook kon zien toen hij zichzelf in de spiegel zag. Op dat moment kwam Jaä de kamer binnen lopen waar Ramin zich begaf. Ramin kon er nog net een vaal glimlachje vanaf brengen om haar te bemoedigen. ,,Je hebt de stad gered," zei Jaä terug, ,,Je hebt ons allemaal beschermd."
,,De koning leeft nog," bracht Ramin daar tegenin, ,,En je vader leeft niet meer."
,,Maar je hebt gedaan wat je kon." Het werd even stil. Ramin vestigde zijn blik op het zwaard dat te midden van de kamer lag. Het leek alsof het zijn kleur was verloren. Maar het was grijs gekleurd, de kleur van rauw. ,,Het zwaard moet hier blijven," zei Ramin, ,,Ik moet mijn weg naar Tuncatis vervolgen, maar dat moet ik zonder dit zwaard doen. De kracht die het bezit mag absoluut niet in verkeerde handen vallen. Dus het moet hier blijven, veilig opgeborgen in de grot." Zonder iets te zeggen knikte Jaä.
Een wachter kwam nederig de kamer binnen. ,,Uwe hoogheid, de ceremonie begint zo," zei hij en maakte een korte buiging. ,,Het volk wacht op u." De prinses liep met de man mee. Ze kwamen bij het balkon dat uitzicht had op het centrale plein van de stad. Die stond helemaal vol met allemaal inwoners en soldaten. Alle blikken waren gericht op het balkon. ,,We treuren het verlies van onze wijze koning Paä. Maar in deze donkere dagen vieren we ook feest. Feest, omdat we een nieuw tijdperk tegemoet gaan met een nieuwe leider," begon een priester op het balkon te spreken, ,,Mag ik u te gaan knielen voor uw nieuwe koningin," In zijn handen hield de priester een witte kroon vast en ging verder met zijn toespraak tot het volk: ,,In de naam van de oppergod Shagiano, kroon ik Jaä hierbij tot koningin van Palatii en heerseres van de Zuidpool." De priester zette de kroon op. Het hele plein was voorover gebogen. Ook Ramin, die achter het balkon stond, knielde.

Deel XXV
 
Laatst bewerkt door een moderator:

DeletedUser

Gast
De legende van Alka-Bras

Deel XXIV

Deel XXV
Een week ging voorbij. De stad was stilletjes opgeknapt. Een week lang heeft iedereen zich in stilte ingespannen om tijdens de rouw om koning Paä de stad terug naar oude staat te brengen. Ook Ramin was redelijk opgeknapt, met hulp van Flagéllum. Hij maakte zich klaar om zijn reis naar Tuncatis voort te zetten. ,,Ik kan je een volledige reis door de Zuidpool geven," zei koningin Jaä, ,,Ten westen van de Zuidpool ligt een havenstreek die je de oceaan kan overbrengen. Binnen 4 weken ben je dan in Machairi." Ramin lachte haar vriendelijk toe. ,,Ik denk niet dat ik zolang nog de kou kan trotseren."
,,We kunnen je ook terug brengen naar Hamason, zodat je je reis via de Masura-woestijn gaat." Ramin trok zijn mond al nadenkend scheef: Extreme kou of extreme hitte. Wat wordt het. Hij besloot uiteindelijk zijn reis via de eerste optie door te brengen. Dus via de woestijn. ,,Ik ben die kou meer dan zat," antwoordde hij, ,,De warme zon zal me goed doen." De koningin knikte en gaf de wachters het bevel de reis voor te bereiden. ,,Hoe zit het eigenlijk met de blokkade?" vroeg Ramin, ,,De koning van Alka-Bras had toch allemaal schepen geplaatst die de route tussen de Zuidpool en Atrox had geblokkeerd?"
,,Die schepen zijn terug naar Alka-Bras gegaan," legde Jaä uit, ,,Die hebben meegeholpen met de invasie." Ramin glimlachte. Hij omhelsde de koningin en liep vervolgens met de wachter mee die meldde dat alles gereed was voor vertrek. Ondanks dat de haven van Frigida was gesloopt, hadden ze nog schepen afkomstig uit een stad dieper in de Zuidpool. Begeleid door een ijsbreker was het schip voor Ramin aangekomen in Frigida. Maar voor Ramin aan boord kon stappen, kwam dorpshoofd Ariabod langs. ,,Dit zijn zwaarden gesmeden door de beste smid van de Zuidpool," zei de man, ,,Ze zullen lang niet zo goed zijn als de zwaarden van Tharmorin, maar het is het beste wat we hebben." De twee zwaarden werden aan Ramin overhandigd. Hij bekeek ze. Het waren een duo, twee zwaarden die onafscheidelijk van elkaar zouden moeten worden gebruikt en tegelijk waren gesmeden. Ze voelden goed aan. Ariabod bood nog zijn excuses aan voor de behandeling bij aankomst. Ramin bedankte hem en stapte aan boord, op naar het vaste land van Atrox.

Aan boord voelde Ramin de wind steeds zachter worden. De ijzige lucht verdween en op sommige momenten was de wind zelfs aangenaam. Het weer was helemaal optimaal nadat Ramin na een paar dagen Hamason bereikte. De winter was inmiddels allang afgelopen en bomen, struiken en bloemen waren in volle bloei. De wind kwam uit het noorden, dus het was een warme woestijnwind. En het leek alsof Ramin door de zon werd gekust. Snel trok hij zijn vest uit die hij in de Zuidpool kreeg aangeboden. Toen zijn hoofd weer tevoorschijn kwam, zag hij het gezicht van de senator van Hamason. Hij lachte vriendelijk naar Ramin. ,,Namens de hele stad bedank ik je hartelijk, Ramin," zei hij, ,,Dankzij jou zijn de schepen voor onze kust verdwenen en hebben we de handelsroute weer op kunnen pakken." Ramin knikte vriendelijk en wilde verder met uitpakken, maar de senator die hem weken geleden waarschuwde om niet te vertrekken, bood zijn hulp aan: ,,Laat mijn mannen u helpen uitpakken. Ondertussen wil ik u graag uitnodigen voor een kopje thee." Na een lange reis op de Zuidelijke Zee was Ramin wel toe aan een beetje ontspanning. Dus ging hij op de uitnodiging in.
Een paar minuten later was Ramin met de senator aangekomen in het stadhuis. Een wachter opende de deur van het grote, sierlijke gebouw voor hun en een bediend nam de winterjas van Ramin over die hij om zijn arm droeg en de jas van de senator. Ramin werd naar een kamer geleid waar hij onder genot van een kopje thee in gesprek kon met de vriendelijke senator tegenover hem. ,,Zoals u kunt zien waren we op de hoogte van uw wederkomst," begon de man, ,,We hebben onszelf dan ook voorbereid door de beste kamelen te hebben uitgezocht voor uw reis naar Masura, waarbij ik de meest ervaren personen heb geselecteerd om u daarbij begeleiden. U krijgt genoeg voorraad mee om de tocht door de woestijn zo aangenaam mogelijk te maken. Morgen kunt u vertrekken. Tot die tijd kan u overnachten en klaarmaken in de gastenkamer van het stadhuis." Ramin werd naar zijn tijdelijke kamer gebracht, waar een prachtig bed strak was opgemaakt. Ramin moest toegeven dat hij veel geluk had zoveel aardige mensen tegen te komen. Sinds men wist wie hij was, was iedereen vriendelijk tegen hem. Hij kreeg zelfs van een bediende te horen dat mocht Ramin nog ergens behoefte aan hebben, hij slechts een belletje moest rinkelen en dat er dan iemand kwam om hem van dienst te zijn. ,,Alsof ik een god ben," maakte Ramin de grappige opmerking.

De volgende ochtend werd Ramin gewekt omdat ze zouden vertrekken. Met een karavaan van 20 man verliet Ramin de stad op een kameel. Het was even wennen en het zat in het begin zeker niet comfortabel, maar Ramin leerde ermee omgaan. Tegen de tijd dat de reizigers de stad bereikte die aan het begin van de woestijn lag, waggelde Ramin met gespreide benen met de groep mee. Bij een voorraadwinkel aan de kant van de weg vroeg hij om een zak ijs voor zijn kruis. Zijn medereizigers moesten erg om hem lachen. ,,De winter is voorbij knul,” zei de man achter de kassa, ,,Er is geen ijs meer.” Teleurgesteld liep Ramin weg. Een paar mannen bleven achter om een nieuwe voorraad in te slaan, terwijl Ramin met de anderen naar een herberg gingen om de nacht door te brengen. Het was ondertussen al avond en Ramin kon niet wachten om zijn benen rust te geven. Lang de tijd om tot rust te komen had hij niet, want nog voor de zon op was moest Ramin zijn bed uit om met het team de woestijn in te trekken. Het was nu nog koel, dus daar moesten ze van profiteren. Ramin klom met grote tegenzin de kameel op, waarna ze goed ingepakt en wel de woestijn introkken.

Deel XXVI
 
Laatst bewerkt door een moderator:

RabbidRobin

Ex-Teamleider Forum
Gelieve de spam te beperken. Je moet niet elke keer posten dat het verhaal toppie was. Als je dat toch per se bij elk stukje wilt doen => pm
 
Bovenaan